Synology Drive Client
Synology Drive Client-bureaubladtoepassing is een bureaubladhulpprogramma die bestandsynchronisatie en computerback-upservice biedt op meerdere clientcomputers naar een gecentraliseerde server, Synology Drive. Alvorens het hulpprogramma in te stellen, moet u een Synology NAS kiezen die als hostserver gaat fungeren en daarop Synology Drive Server installeren. Op alle gekoppelde computers die u wilt synchroniseren of back-uppen moet de Synology Drive Client-bureaubladtoepassing (beschikbaar in Download Center van Synology) worden geïnstalleerd.
Opmerking:
- om Synology Drive en Synology Drive Admin Console op uw Synology NAS te installeren en te beheren moet u zich aanmelden met een account van de groep administrators en gaat u naar Package Center om Synology Drive Server te installeren. U kunt vervolgens de bovengenoemde pakketen een voor een openen en klik op het pictogram vraagteken in de rechterbovenhoek voor gedetailleerde informatie.
Inhoud
Drive Client starten
Download en installeer Synology Drive Client van het Synology Download Center. Volg de instructies in dit gedeelte om de synchronisatieservice van Synology Drive te configureren.
Synology Drive Client instellen:
- Ga op uw Windowscomputer naar Start > Alle programma's > Synology Drive Client om de installatiewizard te starten.
- Ga op uw Mac naar Finder > Toepassingen > Synology Drive Client om de wizard te starten.
- Ga op uw Linux-computer naar Dash > Toepassingen > Synology Drive Client om de wizard te starten.
- Klik op Nu starten en selecteer Synchronisatietaak of Back-uptaak in de wizard om aan de slag te gaan.
Uw synchronisatietaken configureren
U kunt synchronisatietaken maken om bestanden tussen de Drive-server en meerdere computers te synchroniseren om de productiviteit en bestandstoegankelijkheid te verbeteren.
Om een synchronisatietaak te maken:
- Voer IP-adres of QuickConnect ID, gebruikersnaam en wachtwoord in van uw Synology NAS. Voor domeingebruikers: gebruik uw naam/gebruikersnaam om u aan te melden. Voor LDAP-gebruikers: gebruik "gebruikersnaam@Base_DN" om u aan te melden. U kunt zich ook aanmelden met IPv6. Klik op Volgende om door te gaan.
- Wanneer u geen verbinding met uw Synology NAS kunt maken, kunt u de proxy in Algemene instellingen configureren.
- U kunt ook rechtsklikken op het zoekpictogram en Drive zoekt automatisch naar Synology NAS-apparaten in uw LAN.
- Selecteer de lokale en externe mappen die u wilt synchroniseren. Als u uw synchronisatie-instellingen wilt wijzigen, klikt u op Geavanceerd om de onderstaande instellingen te configureren en met Toepassen op te slaan.
- In Map en Bestandsfilter kunt u mappen en bestanden selecteren die u niet wilt synchroniseren:
- Max. bestandsgrootte: het bestand wordt niet gesynchroniseerd wanneer het bestand groter is dan de opgegeven grootte.
- Bestandsnaam: bestanden met de aangegeven bestandsnaam worden niet gesynchroniseerd.
- Bestandsextensie: de aangegeven bestandsextensie(s) wordt(worden) niet gesynchroniseerd. Voeg *.extensie toe aan de tabel, bijv. *.iso.
- U kunt in Synchronisatiemodus geavanceerde synchronisatie-opties configureren.
- De synchronisatierichting kan tweerichtingssynchronisatie, eenrichtingsupload of eenrichtingsgegevensdownload van de server zijn. U kunt deze configuratie later wijzigen in Synchronisatieregels > Synchronisatiemodus door op de taak te klikken.
- Schakel het selectievakje Geavanceerde consistentiecontrole inschakelen uit om de benodigde tijd en systeembronnen voor bestandsvergelijkingen te verlagen. Dit verlaagt de nauwkeurigheid bij bestandsvergelijkingen.
- Voor Eenrichtingsuploadtaken schakelt u het selectievakje Lokaal verwijderde bestanden op de server bewaren in als u wilt items ook op de server wilt verwijderen wanneer ze op de computer worden verwijderd.
- Voor het Windows 10 platform kunt u Synchronisatie op verzoek inschakelen inschakelen om het capaciteitsgebruik op de computer en server te verlagen. Voor meer informatie raadpleeg deze FAQ.
- Klik op Volgende en kies of items in de Gedeeld met mij-categorie naar een lokale map en desbetreffend doel moeten worden gesynchroniseerd.
Opmerking:
- om uw QuickConnect ID te achterhalen, meldt u zich bij DSM aan met een account van de groep administrators en gaat u vervolgens naar Configuratiescherm > QuickConnect om de informatie te controleren.
- Als u geen verbinding kunt maken met het Synology NAS of als u de verbinding met uw gebruikersgegevens niet kunt machtigen, controleer dan uw netwerkinstellingen en ga na of uw toegang tot Drive door uw DSM-beheerder is ingeschakeld (in Configuratiescherm > Rechten > Synology Drive).
- Hebt u alleen-lezenbevoegdheid voor een extern Team-map, dan kunt u uitsluitend een alleen-downloadtaak maken. Dit betekent dat alle wijzigingen in de lokale map niet worden gesynchroniseerd naar Drive. Alleen accounts met lees-/schrijfbevoegdheden voor de externe map kunnen de bidirectionele en alleen-upload synchronisatietaken configureren.
- U kunt de maximale bestandsgrootte instellen als een cijfer tussen 0~10240000 MB, waarbij 0 voor onbeperkt staat.
- Geavanceerde consistentiecontrole inschakelen garandeert ultieme synchronisatienauwkeurigheid, terwijl Drive bureaubladtoepassing bijkomende criteria vergelijkt zoals hash, uitvoeringsbit en bestandsmachtigingen in verschillende scenario's waarin samenvoegen van bestanden wordt vereist. Hierdoor neemt de uitvoering van dergelijke synchronisatietaken meer tijd en bronnen in beslag.
- De Synchronisatie op verzoek inschakelen-optie is momenteel beschikbaar voor Windows 10 versie 1809 en hoger. NTFS-schijven, lokale synchronisatiemappen die geen schijfrootdirectories zijn (bijv. C-schijf en D-schijf kunnen niet als Synchronisatie op verzoek-map worden geselecteerd).
- In een Windows-omgeving kunt u tot 64 synchronisatietaken met Synology Drive Client maken. Raadpleeg de onderstaande instructie om nieuwe taken en verbindingen toe te voegen.
Een nieuwe synchronisatietaak toevoegen:
- Ga naar Synchronisatietaken en klik op Maken.
- selecteer een verbonden server en maak een verbinding met een nieuwe server waarop u een nieuwe taak wilt maken en klik op Volgende.
- Kies om My Drive/Team-map of bestanden in de Gedeeld met mij-categorie te synchroniseren.
- Voor My Drive/Team-map selecteer de lokale map en externe map die u wilt synchroniseren en pas Geavanceerde instellingen toe.
- Voor Gedeeld met mij-bestanden selecteer een lokale map voor synchronisatie.
- Klik op Voltooien om de installatie te voltooien.
Opmerking:
- eerder gesynchroniseerde mappen of bovenliggende of onderliggende mappen van een gesynchroniseerde map kunnen niet worden geselecteerd.
- Lokale mappen die al gesynchroniseerd zijn met Drive’s On-demand Sync, OneDrive’s File On-Demand of iCloud Drive en desbetreffende submappen kunnen niet voor de taak met On-demand Sync worden geselecteerd.
- De volgende bestands- en schijftypes worden niet ondersteund op Drive sync task:
- Windows-gekoppelde schijven
- Windows-snelkoppelingen
- Mac-alias
- Windows symbolische koppelingen
- Verborgen bestanden
- Windows-mappen met deze attributen:
- OFFLINE
- REPARSE_POINT
- SYSTEEM
- TIJDELIJK
Een synchronisatietaak verwijderen:
- Selecteer de verbinding die u wilt ontkoppelen op de pagina Synchronisatietaken.
- Klik op Verwijderen.
Uw synchronisatietaken beheren
U kunt uw synchronisatietaken beheren met de knoppen bovenaan de hoofdpagina.
Om uw synchronisatietaken te beheren:
- klik om de synchronisatietaak te markeren die u wilt beheren.
- Klik op Onderbreken, Hervatten of Verwijderen om de taak te onderbreken, te hervatten of te verwijderen.
- In uw synchronisatiemap kunt u ook rechtsklikken op een van de submappen om synchronisatie te stoppen of te hervatten.
Opmerking:
- na verwijdering van een taak kan een volledige hersynchronisatie nodig zijn als u opnieuw een wilt koppelen. Bij het instellen van een nieuwe verbinding zal Drive automatisch bestaande bestanden vergelijken en alleen uitgevoerde wijzigingen uploaden of downloaden.
Om uw synchronisatieregels te wijzigen:
- selecteer de synchronisatietaak die u wilt beheren en klik op Synchronisatieregels.
- In de tabbladen Map en Bestandsfilter kunt u selectieve synchronisatieregels van de geselecteerde taak resetten.
Uw bestanden synchroniseren en beheren
Nadat u Synology Drive Client op alle computers hebt geïnstalleerd, kunt u beginnen om bestanden tussen uw verbonden Synology NAS en uw andere computers te synchroniseren.
Voer een van de volgende handelingen voor toegang tot uw bestanden:
- Klik op de onderstaande koppeling om de Drive-map op uw computer te openen en selecteer vervolgens de bestanden of mappen die u wilt openen.
- Klik in het Drive-lademenu in de rechterbovenhoek op het mappictogram voor toegang tot de lokale synchronisatiemappen vanaf verschillende verbonden servers.
Ga als volg te werk om uw bestanden te synchroniseren:
- plaats uw bestanden in de Drive-map op uw computer om de synchronisatie van bestanden te starten. Tijdens het synchronisatieproces van de bestanden verschijnt een blauw symbool op het toepassingspictogram in het systeemvak van uw computer dat na voltooien van het synchronisatieproces door een groen symbool wordt vervangen. Bij het pauzeren van de synchronisatie verschijnt een grijs symbool.
- Rechtsklik op een van uw computerbestanden om het te kopiëren naar uw Drive-synchronisatiemap.
Wilt u het synchronisatieproces onderbreken of hervatten, klik dan op het toepassingspictogram in het systeemvak van uw computer en selecteer vervolgens Onderbreken of Hervatten.
"Gedeeld met mij"-synchronisatie inschakelen
- Op Drive kunt u kiezen om door anderen met u gedeelde bestanden en mappen te synchroniseren door te klikken op een gedeeld item op de meldingsbalk of door rechts te klikken op een gedeeld item in Meldingen en Dit item synchroniseren te selecteren.
- Selecteer de verbonden server en klik op + Maken om synchronisatie van Gedeeld met mij in te schakelen. Selecteer Gedeeld met mij in de wizardpagina om de synchronisatie in te schakelen die u doorheen de procedure zal gidsen.
Opmerking:
- Synology Office-bestanden kunnen gesynchroniseerd worden, maar vereisen het activeren van een internetverbinding in een browser. Versiebeheer kan niet worden uitgevoerd op de computer. Als een eerdere versie van uw Synology Office-bestand is vereist, kunt u rechtstreeks teruggaan naar de versie in Synology Drive webportaal.
- Synchronisatie Gedeeld met mij onderbreken/beëindigen: selecteer Gedeeld met mij die u wilt onderbreken of beëindigen in Synchronisatietaken en klik op Onderbreken/Verwijderen om door te gaan met de procedure.
Synchronisatietaakregels:
- De Drive-desktoptoepassing zal standaard geen bestanden en mappen synchroniseren onder de volgende voorwaarden:
- het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes: tmp temp swp lnk
- De bestandsnaam met een van de volgende tekens begint: ~
- De bestandsnaam is of bestaat uit de volgende tekens:
- @eadir
- .SynologyWorkingDirectory
- #recycle
- desktop.ini
- .DS_STORE
- Icon\r
- thumbs.db
- $Recycle.Bin
- @sharebin
- System Volume Information
- Program Files
- Program Files (x86)
- ProgramData
- #snapshot
- Voor Windows:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: * : ? \ / " < > |
- De map of het bestandspad meer dan 247 tekens telt.
- De bestandsnaam langer is dan 255 tekens.
- Het bestandstype is een snelkoppeling of symbolische koppeling.
- bestanden of mappen met deze attributen:
- OFFLINE
- REPARSE_POINT
- SYSTEEM
- TIJDELIJK
- Voor Mac:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: \ /
- De map of het bestandspad meer dan 768 tekens telt.
- De bestandsnaam langer is dan 255 tekens.
- het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes:
- Pictogram
- Socket
- Apparaatnode
- FIFO
- Voor Linux:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: \ /
- De map of het bestandspad meer dan 2048 tekens telt.
- De bestandsnaam langer is dan 255 tekens.
- het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes:
- bij de instelling van bestandsnamen die u niet wilt synchroniseren, moet u eraan denken dat voor Windows bestandsnamen met grote en kleine letters gezien worden als hetzelfde bestand (bijv. A.txt en a.txt), maar op Linux- en Mac-systemen worden ze als verschillende bestanden gezien.
- .pst-bestanden worden niet ondersteund omdat de overdracht van .pst-bestanden niet kan worden gegarandeerd.
- Netwerkschijven en verwijderbare apparaten (zoals USB-schijven of SD-kaarten) worden ondersteund op Drive. We raden u aan om alleen netwerkschijven en verwijderbare apparaten te gebruiken als lokale synchronisatiedirectory voor alleen-downloadtaken omdat de detectie van wijzigingen op deze schrijven/apparaten misschien niet beschikbaar is.
- Als de lokale map een koppelpunt bevat, zullen bestanden in het koppelpunt mogelijk niet worden gesynchroniseerd omdat Drive bestandswijzigingen in een koppelpunt niet kan detecteren.
Om eerdere versies van een gesynchroniseerd bestand te downloaden:
- Rechtsklik op het bestand en selecteer Synology Drive > Vorige versies doorbladeren.
- Zoek de versie die u wilt downloaden en klik op het pictogram Downloaden.
- Voer de bestandsnaam in en selecteer het doel om het bestand op te slaan.
Om een gedeelde bestandskoppeling te maken:
- Rechtsklik op het bestand dat u wilt delen en selecteer vervolgens Synology Drive > Koppeling ophalen.
- Als u de managermachtiging voor het item hebt, kunt u de delingsmachtiging van de koppeling aanpassen of DSM-gebruikers specificeren. Klik op Toepassen om uw instellingen te voltooien. De koppeling wordt gekopieerd naar uw klembord.
De bestandsstatus begrijpen
Pictogram-overlays
Pictogram-overlays geven de status aan en verschijnen in de linkerbenedenhoek van bestanden of mappen in uw lokale Drive-map. U kunt het selectievakje Toon pictogram-overlay voor bestandsstatus uitschakelen in Algemene instellingen als u geen overlays wenst.
Pictogram |
Beschrijving |
|
Dit pictogram geeft aan dat uw bestand of map is gesynchroniseerd en geüpdatet of nog moet worden verwerkt. |
|
Dit pictogram geeft aan dat uw bestand of map is gefilterd en nog niet is gesychroniseerd. Mogelijke oorzaken zijn: een systemstandaardfilter, synchronisatieregelsfilter, serverprofielinstellingen of ACL-machtigingen. U kunt het selectievakje Toon pictogrammen voor niet-gesynchroniseerde bestanden uitschakelen in Algemene instellingen als u dit pictogram niet wenst. |
|
Dit pictogram geeft aan de synchronisatie wordt uitgevoerd. |
|
Dit pictogram geeft aan dat u uitsluitend alleen-lezenmachtiging hebt tot het gesynchroniseerde bestand of map. |
Statusindicator voor Synchronisatie op verzoek-taken
Voor taken met ingeschakeld Synchronisatie op verzoek wordt de huidige synchronisatiestatus met de onderstaande pictogrammen weergegeven.
Pictogram |
Beschrijving |
|
Dit pictogram geeft aan dat uw bestand of map beschikbaar is wanneer u online bent en geen schijfcapaciteit in beslag neemt. U kunt een lokale kopie openen en downloaden naar de computer of rechtsklik op het bestand en selecteer Synology Drive en Lokale kopie permanent vastmaken om een lokale kopie te behouden. |
|
Dit pictogram geeft aan dat uw bestand of map al naar een lokale computer is gedownload. Selecteer met een rechtsklik op het bestand Synology Drive en Maak ruimte vrij om het lokale bestand te verwijderen en ruimte vrij te maken. |
|
Dit pictogram geeft aan dat het bestand permanent is vastgemaakt op een lokale computer en in offline-modus kan worden bekeken. |
Uw back-uptaken configureren
U kunt back-uptaken maken om uw bestanden van meerdere clientcomputers naar de Drive-server te back-uppen en computergegevens te beschermen.
Een back-uptaak maken:
- Voer IP-adres of QuickConnect ID, gebruikersnaam en wachtwoord in van uw Synology NAS. Voor domeingebruikers: gebruik uw naam/gebruikersnaam om u aan te melden. Voor LDAP-gebruikers: gebruik "username@Base_DN" om u aan te melden. U kunt zich ook aanmelden met IPv6. Klik op Volgende om door te gaan.
- Wanneer u geen verbinding met uw Synology NAS kunt maken, kunt u de proxy in Algemene instellingen configureren.
- U kunt ook rechtsklikken op het zoekpictogram en Drive zoekt automatisch naar Synology NAS-apparaten in uw LAN.
- Selecteer de lokale mappen die u wilt back-uppen. Het doel van de geback-upte gegevens worden onderaan in het venster weergegeven. Maak alle vereiste wijzigingen aan de back-upbron en doel en klik vervolgens op Volgende om door te gaan.
- Wilt u verder uw back-upinstellingen aanpassen, klik op Back-upregels om de bestanden en mappen weg te filteren die u niet wilt back-uppen.
- Max. bestandsgrootte: het bestand wordt niet geback-upt wanneer het bestand groter is dan de opgegeven grootte.
- Bestandsnaam: bestanden met de aangegeven bestandsnaam worden niet geback-upt.
- Bestandsextensie: de aangegeven bestandsextensie(s) wordt(worden) niet geback-upt. Voeg *.extensie toe aan de tabel, bijv. *.iso.
- U kunt het selectievakje Lokaal verwijderde bestanden behouden op het externe back-updoel inschakelen om te voorkomen dat geback-upte bestanden worden verwijderd.
- Klik op Toepassen om alle instellingen op te slaan.
- Klik op Selecteren om uw back-updoel te wijzigen:
- Doelmap: Drive maakt een map met uw computernaam in het back-updoel.
- Selecteer een back-updoel op uw NAS: Kies een extern mappad voor de back-updoelmap.
- Klik op OK om alle instellingen op te slaan.
- Selecteer een back-upmodus voor de back-uptaak en klik vervolgens op Volgende om door te gaan.
- Continue back-up: bij wijzigingen van de geselecteerde back-upbron worden de bestanden geback-upt.
- Handmatige back-up: de bestanden worden geback-upt wanneer u op Nu back-uppen klikt.
- Geplande back-up: de bestanden worden volgens een gepland schema geback-upt.
- Selecteer de dagen waarop de back-uptaak moet worden uitgevoerd in het vervolgkeuzemenu naast Uitvoeren op
- Selecteer de tijd waarop de back-uptaak moet worden uitgevoerd in het vervolgkeuzemenu naast Starttijd
- Selecteer de frequentie waarop de back-uptaak moet worden uitgevoerd in het vervolgkeuzemenu naast Frequentie. U kunt de back-up een keer per dag of om een bepaalde tijdsperiode uitvoeren.
- Als u een andere frequentie dan Keer per dag wilt gebruiken, kunt u de tijd van de laatste back-up in de geselecteerde dagen in het vervolgkeuzemenu selecteren, naast Laatste uitvoeringstijd.
- Selecteer de tijd waarop de laatste back-uptaak moet eindigen in de geplande dag of de volgende dag in het vervolgkeuzemenu naast Eindtijd.
- Schakel de selectievakjes in van de opties Automatisch uitschakelen nadat de laatste back-uptaak van de dag is uitgevoerd of Onvoltooide back-uptaken voortzetten wanneer het systeem opnieuw werkt.
- Bevestig de samenvatting van de back-upinstellingen en klik op Voltooien om de instelling te voltooien.
Opmerking:
- Drive-back-up-taak staat een gelijktijdige verbinding met de server toe.
- Om uw QuickConnect ID te achterhalen, meldt u zich bij DSM aan met een account van de groep administrators en gaat u vervolgens naar Configuratiescherm > QuickConnect om de informatie te controleren.
- Als u geen verbinding kunt maken met het Synology NAS of als u de verbinding met uw gebruikersgegevens niet kunt machtigen, controleer dan uw netwerkinstellingen en ga na of uw toegang tot Drive door uw DSM-beheerder is ingeschakeld (in Configuratiescherm > Rechten > Synology Drive).
- Hebt u geen alleen-lezenmachtiging voor een externe gedeelde map dan kunt u die niet instellen als uw back-updoel.
- Wanneer u het selectievakje Lokaal verwijderde bestanden behouden op het externe back-updoel inschakelt, zal het verwijderen van lokale bestanden/mappen niet van invloed zijn op eerder op uw extern doel opgeslagen gegevens.
- U kunt de maximale bestandsgrootte instellen als een cijfer tussen 0~10240000 MB, waarbij 0 voor onbeperkt staat.
Back-uptaakregels:
- De volgende bestandsindelingen en schijftypen worden niet ondersteund in Drive backup task:
- Windows-gekoppelde schijven
- Windows-snelkoppelingen
- Mac-alias
- Windows symbolische koppelingen
- Verborgen bestanden
- Windows-mappen met deze attributen:
- OFFLINE
- REPARSE_POINT
- SYSTEEM
- TIJDELIJK
- Drive zal standaard geen bestanden en mappen back-uppen onder de volgende voorwaarden:
- het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes: tmp temp swp lnk
- De bestandsnaam met een van de volgende tekens begint: ~
- De bestandsnaam is of bestaat uit de volgende tekens:
- @tmp
- @eadir
- .SynologyWorkingDirectory
- #recycle
- desktop.ini
- .DS_STORE
- Icon\r
- thumbs.db
- $Recycle.Bin
- tmp
- temp
- @sharebin
- System Volume Information
- Program Files
- Program Files (x86)
- ProgramData
- #snapshot
- Voor Windows:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: * : ? \ / " < > |
- De map of het bestandspad meer dan 247 tekens telt.
- De bestandsnaam langer is dan 255 tekens.
- Het bestandstype is een snelkoppeling of symbolische koppeling
- bestanden of mappen met deze attributen:
- OFFLINE
- REPARSE_POINT
- SYSTEEM
- TIJDELIJK
- Voor Mac:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: \ /
- De map of het bestandspad meer dan 768 tekens telt.
- De bestandsnaam langer is dan 255 tekens.
- het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes:
- Pictogram
- Socket
- Apparaatnode
- FIFO
- Voor Linux:
- De map of het bestandspad de volgende tekens bevat: \ /
- De map of het bestandspad meer dan 2048 tekens telt.
- De bestandsnaam langer is dan 255 tekens.
- het bestand behoort tot een van de volgende bestandstypes:
- We raden op macOS aan om het APFS-bestandssysteem voor externe schijven te gebruiken om fouten door bestanden "._" in hun bestandsnamen te voorkomen.
- Als de lokale map een koppelpunt bevat, zullen bestanden in het koppelpunt mogelijk niet worden geback-upt omdat Drive bestandswijzigingen in een koppelpunt niet kan detecteren.
Uw back-uptaken beheren
Dubbelklik op het pictogram Drive in het systeemvak om de toepassing te starten en ga naar het tabblad Back-uptaak om uw back-uptaken te beheren
Uw back-up beheren:
- Klik op Onderbreken om de back-uptaak of geplande back-uptaak die wordt uitgevoerd te onderbreken.
- Klik op Hervatten om uw back-up te hervatten.
Om de map die u wilt back-uppen te wijzigen:
- Klik op Back-upinstellingen > Back-upbron.
- Schakel de selectievakjes in van de mappen die u wilt back-uppen en de selectievakje uit van de mappen die u niet wilt back-uppen.
- Klik op Toepassen om uw instellingen op te slaan.
Uw back-upregels wijzigen:
- Klik op Back-upinstellingen > Back-upbron.
- Klik op de knop Back-upregels en wijzig uw instellingen.
- Klik op Toepassen om uw instellingen op te slaan.
De back-uptaakverbinding bewerken:
- Klik op Back-upinstellingen > Verbinding.
- Maak wijzigingen aan de serververbinding of gebruikersnaam en wachtwoord.
- Klik op Toepassen om uw instellingen op te slaan.
Opmerking:
- Als u de taak aan een andere NAS-server wilt koppelen, verwijdert u de huidige back-uptaak en maakt u een nieuwe verbinding.
Om een back-uptaak te verwijderen:
- Klik op Back-upinstellingen > Verbinding.
- Klik op de Ontkoppelen knop om de taak te verwijderen.
Opmerking:
- na het verwijderen van de back-uptaak blijven eerder geback-upte gegevens op de server. Dit wil wel zeggen dat alle gegevens opnieuw moeten worden verwerkt bij de eerstvolgende back-uptaak.
Uw bestanden moeiteloos back-uppen
Voer een van de volgende handelingen om automatisch uw bestanden te back-uppen:
- plaats de bestanden die u wilt back-uppen in de back-upmap op uw computer.
- Tijdens de back-up worden de bestanden weergegeven in het tabblad Logboeken naar de toepassing geüpload.
- Klik op Pauzeren of Hervatten in het tabblad Back-uptaak in de toepassing om uw back-up te pauzeren of te hervatten.
Opmerking:
- De Drive Back-uptaak kan tot drie bestanden gelijktijdig uploaden naar de doelserver.
Geback-upte bestanden en historische versies beheren
Drive slaat historische versies van elk gewijzigd bestand op in overeenstemming met de instellingen in Synology Drive Admin Console. Telkens wanneer u een bestand wijzigt, wordt een back-upversie gemaakt voor het geval u fouten maakt of een oudere versie wenst te herstellen. Dubbelklik in de clientcomputer op het pictogram Synology Drive Client in het systeemvak om de toepassing te starten en naar het tabblad Back-uptaak te gaan. Hier kunt u de historische versies van geback-upte gegevens bladeren en bestanden van een specifiek tijdstip herstellen.
Om vorige versies van een geback-upt bestand te downloaden:
- Klik op Herstellen om het herstelscherm te openen.
- Selecteer een specifieke datum en tijd in het vervolgkeuzemenu naast Tijd om de geschiedenis van bestanden te bekijken.
- Selecteer een bestand dat u wilt downloaden en klik vervolgens op Downloaden.
- U kunt ook op Vorige versie doorbladeren klikken om in een oogopslag alle historische versies van het bestand weer te geven en klik vervolgens op Downloaden om de geselecteerde versie te downloaden.
Om een geback-upt bestand of geback-upte map naar een specifiek tijdstip terug te zetten:
- Klik op Herstellen om het herstelscherm te openen.
- Selecteer een specifieke datum en tijd in het vervolgkeuzemenu naast Tijd om de geschiedenis van bestanden te bekijken.
- Selecteer een bestand dat u wilt herstellen en klik vervolgens op Herstellen. Het bestand wordt hersteld in de desbetreffende directory van de computer.
Om een verwijderd bestand of verwijderde map te downloaden of terug te zetten:
- Klik op Herstellen om het herstelscherm te openen.
- Schakel het selectievakje in naast to Verwijderde bestanden tonen. Na selectie van deze optie worden alle verwijderde bestanden getoond in Versieverkenner.
- U kunt een verwijderd bestand of een verwijderde map downloaden of terugzetten door dezelfde stappen als gewone bestanden te volgen.
Om de voortgang van downloaden of terugzetten te controleren:
- Klik op Herstellen om het herstelscherm te openen.
- Klik op het taakpictogram rechtsboven om de takenlijst te openen.
- Zowel de voortgang van de download- als de hersteltaak worden in de takenlijst getoond.
Opmerking:
- de taaklijst wordt gewist na het sluiten van het herstelvenster.
Voer een van de volgende handelingen uit voor toegang tot uw geback-upte bestanden op uw Synology NAS:
- Meld u aan bij het Drive-toepassingsportaal met uw gebruikersgegevens en selecteer de category Computerback-up in het linkerpaneel.
- De van uw computers geback-upte bestanden worden hier opgeslagen.
Opmerking:
- In het back-updoel van de server gemaakte wijzigingen worden niet bijgewerkt op de back-upbron van de lokale computer.
Toepassingsbeheer en instellingen
U kunt de algemene instellingen wijzigen en de gebeurtenisstatus in de Drive Client bekijken.
Logboeken
Om logboeken te bekijken:
- Dubbelklik op het Drive-pictogram in de systeembalk om de app te starten.
- Ga naar het tabblad Logboeken om uw gebeurtenissen te synchroniseren en te back-uppen.
Meldingen
Meldingen bekijken:
- Dubbelklik op het Drive-pictogram in de systeembalk om de app te starten.
- Ga naar het tabblad Meldingen om meldingen van synchronisatie- en back-upgebeurtenissen te bekijken.
Algemene instellingen
U kunt de instellingen van de algemene toepassing, melding, weergave en proxy wijzigen in pagina Algemene instellingen.
Uw instellingen bewerken:
- Dubbelklik op het Drive-pictogram en ga naar Globale instellingen in het menu.
- In het tabblad Algemeen kunt u het volgende aanpassen:
- Selecteer of de Drive-toepassing bij aanmelding moet worden gestart.
- Selecteer een standaardactie voor het opnieuw opstarten van de toepassing en de synchronisatieverbinding wordt hervat.
- Selecteer een oplossing voor een bestandsversieconflict.
- Bewaar de laatst gewijzigde versie: Bij een conflict tussen server en bureaubladtoepassing wordt het laatste bestand (het bestand met het laatste Tijdstip laatst gewijzigd) behouden. Als het laatste bestand het lokale bestand op de toepassing is, wordt het bestand op de server een historische versie. Staat het laatste bestand op de server, dan wordt het lokale bestand verwijderd en kunt u de optie Wijzig de naam om de verwijderde versie te behouden inschakelen.
- Bewaar de versie op de server: Bij een conflict tussen server en bureaubladtoepassing wordt het bestand op de server altijd behouden en de lokale versie verwijderd. U kunt de optie Wijzig de naam om de verwijderde versie te behouden inschakelen.
- Selecteer een standaard map voor Drive met een klik op Drive in het systeemvak.
- Selecteer de weergavetaal in de toepassing.
- Klik op Toepassen om uw instellingen op te slaan.
Opmerking:
- als meer dan een computer hetzelfde bestand wijzigen kunnen er conflicten optreden. U kunt een conflictoplossing instellen om dit probleem op te lossen.
- Te behouden conflicterende bestanden krijgen de naam "[bestandsnaam]_[computernaam]_[gewijzigd op]_Conflict.[bestandsextensie]" (zo krijgt het bestand "a.txt" bijvoorbeeld de naam "a_ComputerName_20181001_Conflict.txt").
Meldingsinstellingen bewerken:
- Dubbelklik op het Drive-pictogram en ga naar Globale instellingen in het menu.
- U kunt in het tabblad Meldingen de instelling Wijzig de naam om de verwijderde versie te behouden wijzigen.
- Klik op Toepassen om uw instellingen op te slaan.
Weergave-instellingen bewerken:
- Dubbelklik op het Drive-pictogram en ga naar Globale instellingen in het menu.
- In het tabblad Weergave kunt u de volgende opties wijzigen:
- Selecteer om tutorialtips weer te geven zodra de Drive-toepassing wordt gestart.
- Selecteer om het pictogram minimalistisch systeemvak te gebruiken.
- Pas de stijl van het pictogram en het contextmenu in de gesynchroniseerde lokale map aan.
- Klik op Toepassen om uw instellingen op te slaan.
Opmerking:
- de optie pictogram-overlay wordt niet toegepast voor de weergave van taken met Synchronisatie op verzoek.
Proxy-instellingen configureren:
- Dubbelklik op het Drive-pictogram en ga naar Globale instellingen in het menu.
- U kunt in het tabblad Proxy de optie Automatische detectie selecteren om de proxy-instellingen van het besturingssysteem te gebruiken.
- U kunt ook handmatig uw eigen proxyserver-IP en poort op te geven.
- Tik op Proxy-verificatie inschakelen en voer de gebruikersnaam en het wachtwoord voor proxy-verificatie in.
- Klik op Toepassen om alle instellingen op te slaan.
Opmerking:
- als proxy is ingeschakeld, zal Drive altijd een verbinding maken met het Synology NAS via proxy.
Om SSL-gegevensoverdrachtcodering in te schakelen:
- Voor nieuwe verbindingen:
- Klik op Maken.
- Selecteer Ander Synology NAS voer uw gebruikersgegevens in.
- Schakel het selectievakje SSL-gegevensoverdrachtcodering inschakelen in.
- Voor bestaande verbindingen:
- selecteer de verbinding die u wilt wijzigen en klik in het vervolgkeuzemenu rechts van de servernaam.
- Klik op Verbinding bewerken, voer uw gebruikersgegevens in en schakel het selectievakje SSL-gegevensoverdrachtcodering inschakelen in.
Opmerking:
- als het voor Drive niet mogelijk is om het SSL-certificaat te verifiëren, betekent dit dat het een onbetrouwbaar zelfondertekend certificaat is of dat iemand probeert om uw verbinding te onderscheppen. Ga naar Configuratiescherm > Beveiliging > Certificaat voor meer informatie.
Drive client van uw computer verwijderen
Synology Drive Client op Mac verwijderen:
- Ga naar Finder > Toepassing en rechtsklik op de toepassing Synology Drive Client en selecteer vervolgens Pakketinhoud.
- Ga naar Inhoud > Shared Support.
- Kopieer en plak Synology Drive Client verwijderen op uw bureaublad.
- Dubbelklik op Synology Drive Client verwijderen om de Synology Drive-desktoptoepassing van uw Maccomputer te verwijderen.