High Availability
Bij Virtual Machine Manager > Virtual Machine kunt u de volgende handelingen uitvoeren:
- High Availability op de virtuele machine inschakelen, bewerken of uitschakelen. Hebt u eerder een actieve server voor de virtuele machine geconfigureerd, dan moet deze actieve server als een van de High Availability-servers worden opgenomen om High Availability in te schakelen of te bewerken. Hebt u High Availability op een virtuele machine ingeschakeld die op dit moment uitgeschakeld is, dan heeft de High Availability van de virtuele machine de status Onderbroken.
- Bekijk de High Availability-status van elke virtuele machine.
- Controleer de High Availability-instellingen in het tabblad High Availability tab, zoals de status van actieve, passieve en opslagservers, en details van mislukte overschakelingen of failovers.
Beperkingen
Let op de volgende beperkingen:
- High Availability omvat niet de opslag van de virtuele machine. Loopt de opslag (bijv. het volume van de opslagserver) vast of is de opslagserver offline, dan wordt de virtuele machine gestopt.
- Zijn meer dan de helft van de hosts offline, dan worden alle services en bewerkingen in de cluster gestopt en wordt de virtuele machine uitgeschakeld. We raden u aan om meer dan drie hosts in de cluster voor High Availability in te stellen.
- Is High Availability op de virtuele machine ingeschakeld, dan kan de virtuele machine alleen tussen actieve en passieve servers worden verplaatst.
- De High Availability-instellingen worden niet toegepast op recentelijk gekloonde virtuele machines. U zult de instellingen opnieuw moeten instellen.
- De High Availability-instellingen worden niet toegepast op virtuele machines die van een bestaande opslag zijn geïmporteerd. U zult de instellingen opnieuw moeten instellen.
Hostrol
De volgende hosts vereisten dat High Availability op de virtuele machine is ingeschakeld:
- Actieve server: dit is de host waarop de virtuele machine op dit moment draait. De status van de actieve server wordt continu bewaakt en het systeem zal een overschakeling of failover uitvoeren om de beschikbaarheid van de virtuele machine te garanderen.
- Passieve server: de geselecteerde passieve server reserveert de vereiste bronnen om de virtuele machine uit te voeren en zal de werking van de virtuele machine overnemen bij storingen van de actieve server.
- Opslagserver: dit is de host waarop de virtuele machine is opgeslagen.
High Availability Status
Hieronder vindt u mogelijke High Availability-statustypes:
- Overschakeling wordt uitgevoerd: er zijn problemen op de actieve server van de virtuele machine opgetreden en het systeem voert een livemigratie uit van de virtuele machine naar de passieve server.
- Failover wordt uitgevoerd: de virtuele machine of bijbehorend actieve server is ontoegankelijk en het systeem verplaatst de virtuele machine naar de passieve server en zal de virtuele machine opnieuw opstarten.
- Ingeschakeld: High Availability is ingeschakeld en de bronnen voor de virtuele machine zijn met succes gereserveerd.
- Onderbroken: High Availability is onderbroken omdat de virtuele machine is uitgeschakeld. Voor snel herstel worden bronnen gereserveerd. U kunt de virtuele machine opnieuw inschakelen om High Availability te hervatten.
- Waarschuwing: de virtuele machine draait. Overschakeling of failover worden niet uitgevoerd omdat het systeem geen bronnen heeft gereserveerd of omdat de passieve server ontoegankelijk is. Los naargelang de weergegeven waarschuwingsmelding handmatig het probleem op.
- Fout: overschakeling of failover door het systeem is mislukt. Los naargelang de weergegeven foutmelding handmatig het probleem op.
- -: High Availability is uitgeschakeld.
Reservering van bronnen
Om bij opgetreden fouten een succesvolle failover of overschakeling te garanderen, zal het systeem CPU- en geheugenbronnen op de actieve en passieve servers reserveren wanneer u High Availability op de virtuele machine inschakelt of bewerkt. Bij wijziging van de specificaties van de virtuele machine worden de vereiste bronnen gewijzigd en dienovereenkomstig gereserveerd. Voorbeeld: is een host met 4 GB geheugen de passieve server van een virtuele machine met 1 GB geheugen, dan zal het systeem 1 GB geheugen op deze passieve server reserveren om de werking van de virtuele machine te garanderen bij een overschakeling of failover. Is het geheugen op de host echter onvoldoende, dan zal de reservering van geheugen mislukken en kan het systeem geen overschakeling of dailover uitvoeren. Wanneer de rest van het geheugen voor de virtualisatiecluster wordt gereserveerd, zal het uitvoeren van virtuele machine op deze passieve server ook niet mogelijk zijn.
Overschakelen
Een overschakeling of switchover is een automatische overschakeling van een nog steeds maar niet goed werkende actieve server naar een goed werkende passieve server in de virtualisatiecluster. Na het uitvoeren van de overschakeling neemt de actieve server de rol van de passieve server over en neemt de passieve server de rol van de actieve server over. Het systeem voert een overschakeling uit wanneer een van de volgende situaties op de actieve server optreden:
- De aangesloten UPS-eenheden (uninterruptible power supply) staan in de batterijmodus.
- De 5 minuten-laadgemiddelde overschrijdt 50.0.
- Storingen van de koelventilator.
- Storing van een van de netwerkinterfaces op de virtuele machine als gevolg van een uplink-fout van de virtuele switch, terwijl de desbetreffende virtuele switch op de passieve server normaal werkt.
Failover
Het systeem voert een failover uit wanneer er geen toegang tot de actieve server is of wanneer de virtuele machine offline is. Bij het uitvoeren van een failover wordt de virtuele machine automatisch opnieuw opgestart op de passieve server waardoor verbindingen tijdelijk aan stabiliteit inboeten. Het systeem voert een failover uit in de volgende situaties:
- De actieve server is op ongebruikelijke wijze uitgeschakeld of reageert niet als gevolg van netwerkverbindingsfouten.
- de actieve server is uitgeschakeld of opnieuw opgestart en het systeem zal automatisch een failover uitvoeren om de virtuele machine naar de passieve server te verplaatsen. Wilt u een livemigratie uitvoeren zonder de beschikbaarheid en verbinding van de virtuele machine te onderbreken, ga dan naar Virtuele machine > Actie > Migreren of ga naar Cluster > Actie > HA-ingeschakelde virtuele machine evacueren. Wilt u geen overschakeling uitvoeren, schakel dan de virtuele machine uit of schakel High Availability handmatig uit.
- De virtuele machine is op ongebruikelijke wijze uitgeschakeld.