Instellingen
U kunt op pagina Instellingen de systeeminstellingen configureren en aan uw netwerkomgeving aanpassen.
Threat Prevention inschakelen:
- Ga naar Instellingen > Algemeen en schakel het selectievakje Threat Prevention inschakelen in om uw systeem te beschermen tegen aanvallen.
- Schakel het selectievakje in om Gevaarlijke pakketten automatisch verwijderen als standaardactie in te stellen.
- Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
Opmerking:
- Threat Prevention gebruikt allleen een Intrusion Prevention System (IPS). De Intrusion Detection System-functies (IDS) zijn niet meer beschikbaar.
- Zelfgedefinieerde beleidsregels hebben de hoogste prioriteit. Als u het verwijderen van pakketten met hoog risico niet instelt op pagina Zelfgedefinieerde beleidsregels, dan worden pakketten met hoog risico niet verwijderd, ook niet wanneer u het selectievakje Gevaarlijke pakketten automatisch verwijderen hebt ingeschakeld.
Bepalen welke interfaces u wilt bewaken:
- Ga naar Instellingen > Algemeen en zoek de status van elke interface.
- Schakel de selectievakjes in om te bepalen welke interfaces moeten worden bewaakt.
- Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
Updates bewaken:
- Ga Instellingen > Algemeen en bekijk de algemene status van systeemupdates.
- U kunt de volgende acties uitvoeren:
- Klik op Nu updaten om onmiddellijk beschikbare updates te verwerken.
- Schakel het selectievakje Handtekeningen automatisch bijwerken in om automatische updates toe te staan en stel een Schema in door de datum en tijd in de vervolgmenu's te selecteren.
- Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
Apparaatbeveiliging inschakelen:
- Ga naar Instellingen > Apparaat om de apparaatstatus te controleren.
- Klik op het zoekpictogram in de rechterbovenhoek en voer de apparaatnaam of het MAC-adres in om naar apparaten te zoeken.
- Schakel het selectievakje Filtering van pakketten voor nieuwe apparaten overslaan in om uw apparaten wel of niet met Threat Prevention te beschermen. Als u dit selectievakje inschakelt, worden nieuw aan het lokaal netwerk toegevoegde apparaten door Threat Prevention beschermd. Apparaten die door Threat Prevention worden beschermd, worden in de onderstaande lijst weergegeven.
- Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
Opmerking:
- wanneer de router in de Wireless AP-modus staat, zullen in de lijst ook apparaten verschijnen die niet verbonden zijn met de router.
Gebeurtenismeldingen inschakelen:
- Ga naar Instellingen > Melding en schakel het selectievakje Gebeurtenismelding inschakelen in.
- Selecteer het meldingsmedium (E-mail, SMS of Pushservice) en stel een minimum tijdsinterval in.
- Klik op Geavanceerd om te bepalen hoe meldingen ontvangen en klik op OK.
- Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
Instellingen back-uppen of herstellen:
- Ga naar Instellingen > Back-uppen & herstellen.
- Klik op Back-uppen om de huidige instellingen van uw computer op te slaan.
- Klik op Herstellen en selecteer een (.dss) bestand voor instellingen te herstellen.
- Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.
Logboekopslag beperken:
- Ga naar Instellingen > Logboekopslag.
- Stel het Maximum logboekgebruik in (500MB, 1GB of 2GB). Zodra de beperking wordt beperkt, zal het systeem automatisch ouder logboekbestanden roteren.
- Klik op Logboeken wissen om de bestaande logboeken te wissen.
- Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.