Instellingen

U kunt op pagina Instellingen de systeeminstellingen configureren en aan uw netwerkomgeving aanpassen.

Threat Prevention inschakelen:

  1. Ga naar Instellingen > Algemeen en schakel het selectievakje Threat Prevention inschakelen in om uw systeem te beschermen tegen aanvallen.
  2. Schakel het selectievakje in om Gevaarlijke pakketten automatisch verwijderen als standaardactie in te stellen.
  3. Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.

Opmerking:

Bepalen welke interfaces u wilt bewaken:

  1. Ga naar Instellingen > Algemeen en zoek de status van elke interface.
  2. Schakel de selectievakjes in om te bepalen welke interfaces moeten worden bewaakt.
  3. Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.

Updates bewaken:

  1. Ga Instellingen > Algemeen en bekijk de algemene status van systeemupdates.
  2. U kunt de volgende acties uitvoeren:
  3. Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.

Apparaatbeveiliging inschakelen:

  1. Ga naar Instellingen > Apparaat om de apparaatstatus te controleren.
  2. Klik op het zoekpictogram in de rechterbovenhoek en voer de apparaatnaam of het MAC-adres in om naar apparaten te zoeken.
  3. Schakel het selectievakje Filtering van pakketten voor nieuwe apparaten overslaan in om uw apparaten wel of niet met Threat Prevention te beschermen. Als u dit selectievakje inschakelt, worden nieuw aan het lokaal netwerk toegevoegde apparaten door Threat Prevention beschermd. Apparaten die door Threat Prevention worden beschermd, worden in de onderstaande lijst weergegeven.
  4. Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.

Opmerking:

Gebeurtenismeldingen inschakelen:

  1. Ga naar Instellingen > Melding en schakel het selectievakje Gebeurtenismelding inschakelen in.
  2. Selecteer het meldingsmedium (E-mail, SMS of Pushservice) en stel een minimum tijdsinterval in.
  3. Klik op Geavanceerd om te bepalen hoe meldingen ontvangen en klik op OK.
  4. Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.

Instellingen back-uppen of herstellen:

  1. Ga naar Instellingen > Back-uppen & herstellen.
  2. Klik op Back-uppen om de huidige instellingen van uw computer op te slaan.
  3. Klik op Herstellen en selecteer een (.dss) bestand voor instellingen te herstellen.
  4. Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.

Logboekopslag beperken:

  1. Ga naar Instellingen > Logboekopslag.
  2. Stel het Maximum logboekgebruik in (500MB, 1GB of 2GB). Zodra de beperking wordt beperkt, zal het systeem automatisch ouder logboekbestanden roteren.
  3. Klik op Logboeken wissen om de bestaande logboeken te wissen.
  4. Klik op Toepassen om de wijzigingen op te slaan.