Synology Drive Admin Console
Synology Drive Admin Console is een pakket dat automatisch wordt geïnstalleerd met de installatie van Synology Drive Server. Dit pakket is ontwikkeld om synchronisatie-instellingen van beheerders te centraliseren om op Synology Drive opgeslagen/gedeelde bedrijfsinformatie en bronnen beter te bewaken. Voor een naadloze synchronisatie van gegevens tussen verschillende apparaten van gebruikers, moet een Synology NAS worden aangewezen als hostserver. De overige gekoppelde computers, mobiele apparaten en Synology NAS-apparaten zullen als clients fungeren. Alvorens bestanden met clientapparaten te synchroniseren, moet Synology Drive Server op de hostserver worden geïnstalleerd en een bureaubladtoepassing op elk clientapparaat waarmee u wilt synchroniseren.
Opmerking:
- alleen gebruikers van de groep DSM-administrators kunnen de Synology Drive Admin Console bekijken.
- Bureaubladtoepassingen moeten op de clientcomputers worden geïnstalleerd voordat u bestanden tussen Synology NAS en uw lokale computers kunt synchroniseren. Voor bestandssynchronisatie ga naar Synology Download Center en download de desktoptoepassing Synology Drive Client.
- De Synology Drive mobiele toepassing moet worden geïnstalleerd om bestanden op de Synology Drive-server met uw mobiele apparaten te kunnen doorbladeren. De Drive-app kan gratis worden gedownload van Apple App Store en Google Play Store.
Inhoud
Serverstatus bewaken
Op pagina Overzicht hebben adminstrators overzicht over het algemene servergebruik, inclusief informatie over verbonden clients, onderverdeling op clienttype, informatie over bestandstoegang en gebruikstrend.
Clientapparaatinformatie biedt informatie over het totaal aantal verbonden clients en een onderverdeling op clienttype. Deze informatie helpt administrators bij de bewaking van de verbindingsstatus en bij de beoordeling van het bandbreedtegebruik van elk verbonden apparaat.
Gesynchroniseerde client laatste verbindingstijd toont de volgorde van de gesynchroniseerde clients op verbindingstijd ofwel de synchronisatie- en koppelingsstatus van elk apparaat. Klik op de pijl in de rechterbovenhoek om het gedeelte Clientapparaatinformatie over te schakelen naar de pagina Clientlijst om clients te beheren.
Met Top van geopende bestanden door externe gebruikers kan de administrator de delingsstatus van bestanden bewaken. Aangezien in dit gedeelte alleen openbaar gedeelde bestanden verschijnen, kunnen administrators snel actie ondernemen wanneer de delingsinstellingen van vertrouwelijke bestanden onjuist zijn ingesteld. De beheerder kan een indeling van bestanden binnen een specifieke tijdsperiode selecteren en tellingen weergeven of downloaden, of beide.
Pakketgebruikstrend toont de gebruikstrends van 3 gegevenstypes: bestandsversies, databasegebruik en Synology Office-bestanden.
- Bestandsversies: Bestandsversies en bestanden in prullenbakken.
- Database: Metadata (delingsinstellingen, labels etc.) en logboeken.
- Synology Office-bestanden: Synology Office documenten, spreadsheets, dia's en hun historische versies.
Opmerking:
- Vanwege het ontwerp van het bestandssysteem kan het geschatte gebruik voor bestandsversies het werkelijke gebruik op Btrfs overschrijden. Voor een nauwkeurige schatting van het opslaggebruik door Synology Drive Server storage ga naar DSM > Opslagbeheer. Raadpleeg dit artikel om meer te weten over het controleren van grafieken.
- Om de opslagruimte van het pakket te beheren en vrij te maken, raadpleeg dit artikel.
Clientverbindingen beheren
In de Lijst van clients ziet u de lijst van clientapparaten die zijn ingesteld om bestanden met de Synology Drive-service te synchroniseren met uw Synology NAS. U ziet de namen van clientcomputers, de gebruikte apparaatnamen voor servicetoestemming, de IP-adressen en synchronisatiestatus tussen Synology NAS en de clients.
Ga als volgt te werk om clientverbindingen te beheren:
- Klik op Vernieuwen om de lijst bij te werken.
- Kies een client uit de lijst en klik vervolgens op Koppeling verbreken om de verbinding van de client te verbreken.
Opmerking:
- ontkoppelde clients moeten eerst hun verbinding met Synology Drive Admin Console opnieuw configureren voor zij opnieuw bestanden met uw Synology NAS kunnen synchroniseren.
Synology Drive Admin Console-bestanden beheren met File Station
Synology Drive-bestanden worden opgeslagen in uw home/Drive-map of Team-mappen die ingeschakeld zijn in Synology Drive Admin Console. U kunt historische bestanden doorbladeren en downloaden via historische versies in Synology Drive en File Station.
Synology Drive-bestanden beheren:
- Ga naar File Station en blader vervolgens naar home/Drive of gedeelde mappen.
- Rechtsklik op het bestand en selecteer vervolgens Vorige versies doorbladeren. Hier kunt u de vorige versies van het bestand bekijken en downloaden.
Opmerking:
- alleen gebruikers met beheerdersrechten kunnen Synology Drive-bestanden in gedeelde mappen beheren. Alleen gebruikers met bladerrechten kunnen de bestandsversies bladeren.
Logboek
Met het Logboek worden alle acties bijgehouden die door gebruikers binnen een bepaalde periode worden uitgevoerd. U kunt het volledige logboek met alle gebeurtenissen bekijken of gebeurtenissen van verschillende mappen bekijken die u bovenaan in het vervolgkeuzemenu hebt geselecteerd.
Om logboeken te filteren:
- Klik op de pijl in de zoekbalk in de rechterbovenhoek.
- In het vervolgkeuzemenu kunt u gebeurtenissen filteren op:
- Trefwoord: Voer een trefwoord in om het trefwoord in bestandspaden te zoeken.
- Gebruiker: Voer de naam van een gebruiker in om de gerelateerde gebeurtenissen van de gebruiker te vinden.
- IP-adres: Voer een IP-adres in om naar gebeurtenissen van dit IP-adres te zoeken.
- Datumbereik: Kies Vandaag, Gisteren, Vorige week, Vorige maand of Aanpassen om een start- en einddatum van een specifiek datumbereik in te voeren.
- Type: Selecteer in de vervolgkeuzelijst het gebeurtenistype dat u wilt bekijken. U kunt ook klikken op Aanpassen om verschillende typen gebeurtenissen in een handeling te selecteren.
- Om het gefilterde logboek opnieuw in te stellen, klikt u op Herstellen en vervolgens nogmaals op Zoeken.
Opmerking:
- bestands- en mapnamen zijn koppelingen als het bestand of de map nog altijd bestaat in de Synology Drive Admin Console-database. Klik om ze te zoeken in File Station. U kunt ook dubbelklikken op een activiteitenitem om de versiegeschiedenis van een enkel bestand te openen.
Logboekbestanden exporteren:
- Open de vervolgkeuzelijst All gebeurtenissen en selecteer een gedeelde map waarvan u de logboeken wilt exporteren. Klik op Exporteren en de logboeken worden geëxporteerd als csv-bestand1.
- Geëxporteerde logboeken worden in verschillende categorieën en acties georganiseerd. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor uitleg over logboeken.
In geëxporteerde logboekbestanden opgenomen gegevenscategorieën:
Categorie |
Beschrijving |
Date Time |
De datum en het tijdstip waarop de wijziging is uitgevoerd |
Operator |
De account die de wijziging heeft uitgevoerd |
Actie |
De wijziging2 |
Related Path |
Het bestandspad van het desbetreffende bestand |
Related User |
De basismap van de desbetreffende gebruiker |
Related Share |
De desbetreffende gedeelde map |
Device Name |
De naam van het apparaat waarop de wijziging is uitgevoerd |
Additional Attributes |
Extra parameters van de desbetreffende wijziging in JSON-formaat |
Actietypes in geëxporteerde logboeken en bijbehorende parameters:
Type |
Beschrijving |
Start service |
De Drive-pakketservice is gestart. |
Stop service |
Het Drive-pakketservice is gestopt. |
Enable share |
[Related Share] is ingeschakeld voor de Drive-service. |
Disable share |
[Related Share] is uitgeschakeld voor de Drive-service. |
Changed sharing link permissions |
De bestandsmachtiging van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is gewijzigd van [Additional Attributes:old_permission] naar [Additional Attributes: permission] via [Device Name]3. |
Created a public link |
Een openbare koppeling van het bestand van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is gemaakt via [Device Name]3. |
Deleted a public link |
Een openbare koppeling van het bestand van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is verwijderd via [Device Name]3. |
Allow options to download and copy for a public link |
Een openbare koppeling van het bestand van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] gemaakt via [Device Name] mag worden gedownload en gekopieerd. |
Disallow options to download and copy for a public link |
Een openbare koppeling van het bestand van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] gemaakt via [Device Name] mag niet worden gedownload en gekopieerd. |
Set password protection |
Een openbare koppeling van het bestand van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is via [Device Name]3 ingesteld met wachtwoordbescherming. |
Remove password protection |
De wachtwoordbescherming van een openbare koppeling van het bestand van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is verwijderd via [Device Name]3. |
Set link expiration |
Een openbare koppeling van het bestand van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is via [Device Name]3 ingesteld met vervaldatum. |
Remove link expiration |
De vervaldatum van een openbare koppeling van het bestand van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is verwijderd via [Device Name]3. |
Set a user / group |
[Related User] is ingesteld als een [Additional Attribute: role] voor een koppeling voor delen van het bestand van pad [Related Path] in de map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] via [Device Name]3. |
Remove a user / group |
[Related User] is verwijderd als een [Additional Attribute: old_role] voor een koppeling voor delen van het bestand van pad [Related Path] in de map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] via [Device Name]3. |
Client link |
[Device Name] is gekoppeld aan de Drive-server. |
Client unlink |
[Device Name] is ontkoppeld van de Drive-server. |
Restore version |
Het bestand van pad [Related Path] is hersteld op de client [Device Name]3. |
Restore copy |
Het bestand van pad [Related Path] is hersteld naar pad [Additional Attributes: restore_to] op de client [Device Name]3. |
Restore from Recycle Bin |
Het bestand van pad [Related Path] is hersteld uit de prullenbak. |
Delete all versions |
Alle geschiedenisversies van verwijderde bestanden in de map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] worden verwijderd in Drive Admin Console. |
Rotate version count |
Het maximum aantal geschiedenisversies in de map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is ingesteld op [Additional Attributes: count]. |
Database volume |
Het volume waarop de database wordt opgeslagen is gewijzigd van [Additional Attributes: old] naar [Additional Attributes: new]. |
Log rotate count enable |
Het maximum aantal te bewaren logboeken is ingesteld op [Additional Attributes: count]. |
Log rotate count disable |
Het maximum aantal te bewaren logboeken is uitgeschakeld. |
Log rotate span enable |
De maximale duur voor te bewaren logboeken is ingesteld op [Additional Attributes: count]. |
Log rotate span disable |
De maximale duur voor te bewaren logboeken is uitgeschakeld. |
Log delete |
Alle logboeken van Drive Admin Console worden verwijderd. |
Export logs |
Logboeken van Drive Admin Console worden geëxporteerd. |
Add |
Het bestand van pad [Related Path] is toegevoegd aan de map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] via [Device Name]3. |
Remove |
Het bestand van pad [Related Path] is verwijderd uit de map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] via [Device Name]3. |
Modify |
Het bestand van pad [Related Path] is gewijzigd in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] via [Device Name]3. |
Move |
Het bestand van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is verplaatst naar [Additional Attributes: move_to] via [Device Name]3. |
Rename |
De bestandsnaam van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is gewijzigd van [Additional Attributes: old_name] naar [Additional Attributes: new_name] via [Device Name]3. |
Copy |
Het bestand van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is gekopieerd naar [Additional Attributes: copy_to] via [Device Name]3. |
Download file |
Het bestand van pad [Related Path] is gedownload naar het lokale apparaat. |
View file |
Het bestand van pad [Related Path] in map "home" van [Related user] of Team-map [Related Share] is bekeken via [Device Name]3. |
Log rotation policy enabled |
Het rotatiebeleid voor logboeken is ingeschakeld. |
Cleaned up Recycle Bin |
De bestanden in de prullenbak zijn verwijderd. |
Delete from Recycle Bin |
Het bestand van pad [Related Path] is verwijderd uit de prullenbak. |
Opmerking:
- de tekencodering van de geëxporteerde CSV-logboeken is UTF-8. U kunt de bestanden openen met een programma dat UTF-8 tekencodering ondersteunt.
- Zie de onderstaande tabel Actietypes in geëxporteerde logboeken en bijbehorende parameters voor de definitie van elke bestandswijziging.
- De apparaatnaam is alleen beschikbaar wanneer de actie op een computer/mobiele/NAS-client wordt uitgevoerd.
Logboekverwijderingsregels instellen
Logboekverwijderingsregels instellen:
- Ga naar Logboek > Instellingen en schakel in het pop-upvenster het selectievakje Number of logs is greater than in om de regel in te schakelen en selecteer in het vervolgkeuzemenu het aantal logboeken dat niet mag worden overschreden.
- Schakel het selectievakje naast De logboektijd is ouder dan in om de regel in te schakele en selecteer in het vervolgkeuzemenu de tijdsduur voor de opslag van logboeken.
- Klik op Alle logboeken verwijderen om alle logboeken te verwijderen.
- Klik op Toepassen om uw instellingen op te slaan.
Mijn bestanden van gebruikers
Administrators kunnen de Mijn bestanden van gebruikers op Synology Drive in- of uitschakelen door de optie van basismapservice aan te passen.
De basismapservice en Mijn bestanden inschakelen:
- Ga naar Configuratiescherm > Gebruik > Geavanceerd.
- Schakel het selectievakje Gebruiker basismapservice inschakelen in.
Opmerking:
- Synology Drive Admin Console voert synchronisatietaken uit, zelfs wanneer de admin de toegang van een bepaalde gebruiker tot zijn eigen basismap beperkt via ACL-instellingen.
Team-map
Administrators zijn in staat om de synchronisatie van specifieke Team-mappen op Synology Drive in of uit te schakelen. Als een Team-map is ingeschakeld voor synchronisatie, zal een gebruiker met schrijf- en leesrechten voor deze map de gewone bestanden en de bijbehorende Synology Office-bestanden kunnen synchroniseren.
Om de synchronisatiefunctie van de Team-map in te schakelen:
- Ga naar Teammap.
- Gebruik het zoekveld in de rechterbovenhoek van Synology Drive Admin Console om Team-mappen te vinden.
- Selecteer de Team-map die u wilt inschakelen en klik op Inschakelen.
Opmerking:
- de synchronisatiefunctie van Synology Drive is alleen beschikbaar voor lokale Team-mappen in DSM.
- Alleen gebruikers met beheerdersrechten kunnen synchronisatiefunctie beheren.
- Gebruikers moeten lees-/schrijfbevoegdheden hebben om tweerichtingssynchronisatie naar een team-map uit te voeren. Gebruikers met alleen-lezen bevoegdheid naar een Team-map kunnen alleen eenrichtingssynchronisatie uitvoeren. Dit betekent dat bestanden van de hostserver naar de clientapparaten worden gesynchroniseerd maar niet omgekeerd. Ga naar Configuratiescherm > Gedeelde map om de bevoegdheden een Team-map te configureren.
- De onderstaande gegevens/gedeelde mappen kunnen niet over platforms worden gesynchroniseerd:
- Gemonteerde externe mappen of virtuele schijven
- Externe USB-schijfdelen
- Door Docker-container opgeslagen gegevens
- Alle gerepliceerde gegevens vanaf Snapshot Replication
- Gedeelde mappen waartoe gebruikers geen toegang hebben (bijv. wanneer de mappen worden bewerkt of gekoppeld/ontkoppeld)
- Bij het herstellen van gecodeerde Team-mappen van Synology Drive met Hyper Backup worden de mappen niet gecodeerd en moeten ze opnieuw worden ingeschakeld als Team-mappen
Historische versies van Team-mappen beheren
Synology Drive Admin Console slaat historische versies van elk gewijzigd bestand van Synology Office-bestanden op.
- Ga naar Teammap.
- Selecteer de Team-map waarvan u historische versies wilt bewerken en klik op Versiebeheer.
- Voer een waarde tussen 1 en 32 in het veld Maximum aantal versies in.
- Selecteer een Rotatiebeleid.
- Schakel Versies regelmatig roteren in en kies een tijdskader voor het reguliere totatiebeleid in het vervolgkeuzemenu.
- Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
Opmerking:
- accidenteel verwijderde bestanden kunnen niet worden hersteld als versiebeheer niet is ingeschakeld.
- Wanneer het maximum aantal versies wordt verlaagd, worden de extra versies verwijderd nadat de instelling wordt toegepast.
- Versiebeheer inschakelen voor de map Mijn bestanden (home van gebruikers) zal de persoonlijke synchronisatiemappen (home/Drive) van alle gebruikers en hun respectievelijke versie-instellingen beïnvloeden.
- Door Intelliversioning in te schakelen kan Synology Drive Admin Console bepalen welke versie de laagste prioriteit heeft en die versie roteren wanneer het maximum aantal versies wordt bereikt.
- Als u het selectievakje Versies regelmatig roteren inschakelt, zal het systeem automatisch de versies, eerder dan het ingestelde tijdskader, elke dag om 00:00 verwijderen.
- De beleidsregels van versiecontrole in Synology Drive Admin Console zijn niet van toepassing op Synology Office-bestanden. Raadpleeg dit artikel voor meer informatie over de geschiedenisversies van Synology Office-bestanden.
Bestanden in Synology Drive beheren met Versieverkenner
Versieverkenner laat beheerders toe om eerdere versies van gewijzigde of verwijderde bestanden in synchronisatiemappen te bekijken en te beheren. Beheerders kunnen de geschiedenis van gegevens volgens een specifieke datum en tijd selecteren en gegevens van een datum en tijdstip herstellen.
Om de historische versies van alle bestanden in Synology Drive te beheren:
Met de Versieverkenner in Synology Drive Admin Console kunnen administrators eerdere versies van bestanden en mappen achterhalen onder Mijn bestanden van gebruikers en Teammap op Synology Drive.
- Klik in Team-map op Versieverkenner om Versieverkenner op te starten.
- U kunt de bestanden van de mappen Mijn bestanden of Teammap van verschillende gebruikers doorbladeren door een specifieke datum en tijdstip te selecteren.
- Klik in de rechterbovenhoek op Wijzigen achter de gebruikersnaam in Weergaverol om over te schakelen naar de weergave van de identiteit.
- Schakel Verwijderde bestanden tonen in om verwijderde bestanden in de versieverkenner zichtbaar te maken.
- Kies een bestand of map en klik op een van de volgende knoppen:
- Vorige versies doorbladeren: Bekijk, download of herstel vorige versies van het gekozen bestand.
- Herstellen: Herstel het bestand of de map naar een specifiek tijdstip.
- Downloaden: Download het bestand of de map.
- U kunt nog meer doen door op Meer te klikken en een van de volgende opties in het vervolgkeuzemenu te selecteren:
- Kopiëren naar...: Zet dit bestand of deze map terug op een tijdsstip en kopieer het resultaat naar een geselecteerde map.
- Permanent verwijderen: verwijder dit bestand uit de versiegeschiedenis. Denk eraan dat het bestand definitief zal worden verwijderd en niet meer kan worden hersteld.
Opmerking:
- bij de selectie van gecodeerde bestanden van Synology Office zijn de wachtwoorden nodig om wijzigingen uit te voeren.
- Bij het kopiëren van Synology Office-bestanden naar non-Synology Drive bestemmingen of het downloaden van Synology Office-bestanden worden de bestanden automatisch geconverteerd naar de desbetreffende Microsoft Office-bestandsindelingen voor toegang.
Instellingen
Administrators kunnen op basis van gebruikersprofielen, logboekrotatieregels en databaselocatie op de pagina Instellingen de synchronisatie-instellingen aanpassen en verfijnen.
Package Center beheren
De locaties van de database en Synology Office-bestanden specificeren:
- Ga naar Instellingen > Algemeen en Pakketgebruik, selecteer een volume in het vervolgkeuzemenu Locatie.
- Klik op Toepassen om uw instellingen op te slaan.
Opmerking:
- Tijdens het verplaatsen van de database en Synology Office-bestanden worden alle services van het Synology Drive Server-pakket tijdelijk gestopt. Synchronisatietaken zullen hervatten zodra ze gereed zijn.
Ruimtegebruik van database controleren:
- Ga naar Instellingen > Algemeen en klik in Pakketgebruik op Berekenen om het real-time Synology Drive-pakketgebruik te berekenen.
- Klik op Annuleren om de berekening te annuleren.
De prullenbakken in Synology Drive leegmaken:
- Ga naar Instellingen > Algemeen en klik in Pakketgebruik op Reinigen om alle bestanden in de prullenbakken van Mijn bestanden en Teammap van gebruikers te verwijderen.
Inhoudindexeringsoptie aanpassen
De inhoudindexeringsoptie aanpassen:
- Ga naar Instellingen > Algemeen en schakel onder Inhoudindexering het selectievakje in om inhoudindexering voor "Mijn bestanden" of Teammap voor recent toegevoegde gebruikers op Synology Drive in te schakelen.
- Klik op Aangepaste indexeringsinstellingen om indexeringsmappen voor Synology Drive-bestanden te bewerken.
Opmerking:
- het indexeren van inhoud gebruik systeembronnen. De tijd die nodig is om de inhoud te indexeren is afhankelijk van de systeemprestaties en het aantal bestanden dat moet worden verwerkt.
Systeemprestaties verbeteren
De systeemprestaties verbeteren met ongebruikt geheugen:
- Ga naar Instellingen > Algemeen en schakel het selectievakje Prestaties in ongebruikt systeemgeheugen als databasecache te gebruiken om prestaties te verbeteren.
- Voer het percentage in dat u wilt reserveren voor andere toepassingen.
- Schakel het selectievakje in om te voorkomen dat andere toepassingen het geheugen belasten dat als databasecache voor Synology Drive wordt gebruikt.
Opmerking:
- wanneer bijvoorbeeld het gereserveerde geheugen voor andere toepassingen 30 % is, zal Synology Drive tot 70 % van het ongebruikte geheugen gebruiken. En na de instelling van de derde stap, is het databasecachegeheugen exclusief voor Synology Drive en wordt belasting door andere toepassingen niet toegestaan.
E-mailmeldingsservice configureren
E-mailmeldingsservices configureren:
Ga naar Instellingen > Algemeen en klik onder Emailmeldingsservice op Instellen en het systeem opent Configuratiescherm om de configuratie van de e-mailmeldingsservice uit te voeren.
De gebruikersweergavenaam wijzigen
Weergavenaam wijzigen:
- Ga naar Instellingen > Algemeen en selecteer in Weergavenaam hoe DSM-gebruikersnamen moeten worden weergegeven. De Standaardweergavenaam-opties zijn Gebruikersnaam of Bijnaam. Deze instelling wordt toegepast voor gebruikers die hun weergavenaaminstellingen op de systeemstandaard hebben ingesteld.
Bestandstoegang voor non-admingebruikers beheren
Voor het beheer van serverbronnen en het verlagen van de serverbelasting kan de beheerder de verbinding met de Synology Drive-server en het synchroniseren of back-uppen van gegevens van synchronisatieapparaten zoals Synology Drive Client en Synology Drive ShareSync door non-admingebruikers niet toestaan.
Door verwijderde gebruikers gemaakte bestanden behouden
In situaties waarbij een gebruikersaccount moet worden verwijderd (bv. wanneer een gebruiker het bedrijf verlaat) kunnen beheerders Bestandseigendomoverdracht gebruiken om alle bestanden van Mijn bestanden over te dragen naar een actieve gebruiker.
- Ga naar Instellingen > Algemeen en voer in Bestandseigendomoverdracht de gebruikersnamen in van wie de bestanden moeten worden overgedragen en wie de bestanden krijgt. Een automatisch ingevulde lijst verschijnt bij het typen.
- Klik op Bestanden overdragen om de overdracht te starten.
Synch-profielen beheren
Administrators kunnen verschillende Synchronisatieprofielen voor elke gebruiker configureren en deze functie gebruiken om gebruikersrechten verder te verfijnen.
Om gedetailleerd synchronisatiegedrag en rechten te beheren:
- Ga naar Instellingen > Gebruikerssynchronisatieprofielen en klik op Maken.
- In tabblad Bestandsfilter voert u een naam in voor uw synchronisatieprofiel en specificeert u de bestandsgroottes en types die u niet wilt synchroniseren.
- Ga naar het tabblad Toegepaste gebruiker en schakel het selectievakje van gebruikers die u wilt toevoegen aan uw synchronisatieprofiel in.
- Klik op Toepassen om uw instellingen op te slaan.
Opmerking:
- bij het benoemen van bestanden die u niet wilt synchroniseren, moet u eraan denken dat Windows-bestandsnamen met grote en kleine letters worden als een en hetzelfde bestand worden beschouwd (bv. A.txt en a.txt), maar op Linux- en macOS-systemen worden ze als verschillende bestanden gezien.
- U kunt gebruikers meerdere synchronisatieprofielen met verschillende instellingen toewijzen. Wanneer een van de synchronisatieprofielen de gebruiker toestaat om een bepaald bestandstype te synchroniseren, dan kan de desbetreffende gebruiker de bewerking uitvoeren. Hetzelfde geldt wanneer een gebruiker meerdere synchronisatieprofielen met verschillende maximale groottebeperkingen heeft, zal de hogere limiet van toepassing zijn op de gebruiker.
Delingsmachtigingen beheren
Delingsmachtigingen van non-admingebruikers beheren:
Ga naar Instellingen > Delen en schakel in Deelinstellingen voor non-admingebruikers de selectievakjes in om delingsmachtigingen aan non-admingebruikers te verlenen, inclusief om bestanden openbaar en intern te delen of gebruikers niet toestaan om bestanden te delen. De beheerder kan in Delingsmachtigingen specifieke gebruikers of groepen selecteren om hen openbare delingsmachtigingen te verlenen en beschermingsregels voor wachtwoord of vervaldatum te implementeren voor hoger beveiligingsniveau bij het openbaar delen van koppelingen. De beheerder kan in Interne delingsregel selecteren hoe gebruikers interne bestanden kunnen delen, hetzij via koppelingen, door uitnodiging van DSM-gebruikers of groepen of door beide.
Opmerking:
- de openbare koppeling wordt uitgeschakeld wanneer openbare delingsmachtiging van non-admingebruikers niet wordt toegestaan.
Gedeelde koppeling aanpassen
Het gebruik van HTTPS forceren:
- Schakel Het gebruik van HTTPS voor het maken van gedeelde koppelingen forceren in om voor extra beveiliging het HTTPS-formaat voor nieuwe gemaakte koppelingen te gebruiken.
Aanpassing gedeelde koppeling inschakelen
- Schakel Aanpassing gedeelde koppeling inschakelen in en selecteer beschikbare domeinen in het vervolgkeuzemenu Domein om gedeelde koppelingen te maken.
- Wanneer u uw eigen domein voor gedeelde koppelingen wilt aanpassen, selecteert u Aangepast in het bovenstaande vervolgkeuzemenu en voert u het desgewenste domein in het veld naast Aangepast domein in.
- Klik op Toepassen om uw instellingen op te slaan.
Opmerking:
- Raadpleeg deze FAQ voor meer informatie over het maken van gedeelde koppelingen.
Voor geavanceerde gebruikers
Gebruik van de opslagruimte:
Synology Drive Admin Console bewaart historische versies van elke wijziging op uw Synology Drive zodat u een specifiek bestand dat per ongeluk werd verwijderd of beschadigd eenvoudig naar een oudere versie kunt herstellen. Deze historische gegevens vereist extra opslag op uw Synology NAS. De versies van een bestand zijn gebaseerd op de basisversie van het bestand. Met betrekking tot de volgende versies, worden alleen differentiële gegevens onder verschillende historische bestandsversies bewaard.
Opmerking:
- Denk eraan dat we gebruikers aanraden om de snapshotfunctie te gebruiken die door het Btrfs-bestandssysteem wordt ondersteund die geen extra opslagvolume voor de basisversie in beslag neemt. In ext4-bestandssystemen kan de vereiste opslagruimte voor deze versies kan tot twee keer hoger zijn dan de oorspronkelijk gebruikte ruimte op de schijf.
- Synchronisatietaken worden gepauzeerd wanneer de reservecapaciteit op het volume van Synology Drive Server minder dan 2 GB bedraagt. Breidt het volume uit en start het pakket opnieuw om de synchronisatietaken te hervatten.
Welke eigenschappen worden feitelijk gesynchroniseerd:
- Synology Drive Admin Console is in staat om zeven bekende bestandseigenschappen volledig te synchroniseren:
- Bestandsgegevens
- Uitgebreide kenmerken van Mac, zoals label en kleuren op Mac OSX
- Uitvoeringsbit
- Tijdstip laatst gewijzigd
- UNIX-machtigingen, inclusief eigenaars en bestandsmodi
- Synology ACL
- Team-maprechten
- Clients van verschillende OS-platformen hebben een verschillende beleiden:
Platform |
Bestandsgegevens |
Mac-uitgebreide kenmerken |
Uitvoeringsbit |
Tijdstip laatst gewijzigd |
UNIX-machtigingen |
Synology ACL |
Team-maprecht |
Windows |
✓ |
- |
- |
✓ |
- |
- |
- |
Mac OSX |
✓ |
✓ |
✓ |
✓ |
- |
- |
- |
Linux |
✓ |
- |
✓ |
✓ |
- |
- |
- |
DSM (Drive) |
✓ |
✓ |
✓ |
✓ |
✓ |
✓ |
✓ |
Standaardactie voor bestandsconflicten:
Als twee gebruikers hetzelfde bestand gelijktijdig wijzigen, zal Synology Drive Admin Console het tijdstip laatst gewijzigd van de twee clients vergelijken en de meest recente versie behouden.
Opmerking:
- wanneer Synology Drive Client voor de synchronisatie van bestanden wordt gebruikt, kunnen gebruikers in Instellingen het bestandsconflictbeleid aanpassen.
- Als de desktoptoepassing Synology Drive Client voor computerback-up wordt gebruikt, worden de bestanden van uw Synology NAS met de laatste lokale wijzigingen overgeschreven.
- Raadpleeg deze pagina voor meer informatie over toegepaste Synology NAS-modellen van Synology Drive.