Apparaat

In het tabblad Apparaat kunt u transactieapparaten toevoegen, bewerken, uitschakelen en verwijderen. Stel het verbindingstype van het Transactions-apparaat in, definieer filtervoorwaarden voor transactie-informatie, koppel camera's en selecteer de stijl voor de schermweergave.

Apparaat toevoegen

Een apparaat toevoegen:

  1. Klik op Toevoegen. Het venster Transactieapparaatwizard toevoegen verschijnt.
  2. Voer een naam in het veld Naam om dit apparaat te identificeren.
  3. Selecteer een transactiebron in de vervolgkeuzelijst Transactiebron:
  4. Selecteer een van de volgende verbindingstypes in de vervolgkeuzelijst Verbindingstype:
  5. Klik op Volgendeom door te gaan met de instelling van gegevensdefinitie. Selecteert u Surveillance Station WebAPI als verbindingstype, dan wordt u doorverwezen naar de weergave-instellingen.
  6. Selecteer de correcte coderingsmethode, klik op Verzamelen van onbewerkte gegevens starten en voer de gegevens aan apparaatzijde in. De ontvangen gegevens worden weergegeven in het veld Onbewerkte gegevens.
  7. Stel de regels in voor het starten en stoppen van de transactie.
  8. U kunt een filterregel toevoegen door in de rechterbovenhoek op de knop te klikken. U kunt tekens negeren en tekens vervangen door regeleinde of andere tekens.
  9. De resultaten van gefilterde gegevens worden rechtstreeks weergegeven in het veld Gefilterde gegevens. De desbtreffende gegevens worden gemarkeerd in de Originele gegevens.
  10. Klik op Volgende om door te gaan met weergave-instellingen.
  11. Selecteer of u wel of niet een gekoppelde camera voor dit apparaat wilt instellen bij Gekoppelde camera.
  12. In Schermweergave kunnen de transactiegegevens worden ingesteld voor weergave in liveweergave en videofragmenten.
  13. Klik op Voltooien om de instelling te voltooien.

Beperkingen:

Apparaat bewerken

Een apparaat bewerken:

  1. Selecteer het apparaat die u wilt wijzigen en klik op Bewerken. U kunt ook dubbelklikken op het apparaat om de instellingen te wijzigen.
  2. Stel gebruiker gedefinieerde gebeurtenissen op de pagina Geavanceerd in. Dit kan in Actieregel, Liveweergavewaarschuwingen en Melding worden gebruikt.
  3. Teksten die overeenstemmen met Start van de transactie, Einde van de transactie of Geannuleerde transactie kunnen ingesteld worden voor weglating op de pagina Geavanceerd. Weggelaten tekst zal niet worden opgeslagen in historische records en zal niet worden getoond op het scherm.
  4. Geef een duur op voor het wissen van de schermoverlay op de pagina Geavanceerd. Stel de duur (in seconden) in voor teksten die op het scherm moeten blijven staan wanneer er geen berichten worden gegenereerd. U kunt er ook voor kiezen om teksten op de schermweergave te wissen na ontvangst van specifieke teksten of zodra er een nieuwe transactie begint.
  5. Klik op Voltooien om de wijzigingen op te slaan.

Apparaat inschakelen of uitschakelen

Een nieuw apparaat moet u eerst inschakelen vooraleer u de ondersteunde acties kunt beheren.

Een apparaat in- of uitschakelen:

  1. Selecteer het apparaat dat u wilt in- of uitschakelen en klik op Inschakelen of Uitschakelen in het vervolgkeuzemenu Inschakelen.

Opmerking:

Apparaat verwijderen

  1. Selecteer het apparaat dat u wilt verwijderen en klik op Verwijderen.
  2. U krijgt een bevestigingsvenster. Wilt u de transacties van het apparaat behouden, klik dan op Ja om door te gaan.

Opmerking:

Surveillance Station Web API

Surveillance Station Web API biedt een handige manier om uw apparaat te verbinden, Web API-aanvragen in een formaat te verzenden dat overeenkomt met de specificatie en uw transactiegegevens op te nemen.

Standaard formaat voor verzending van Web API-aanvragen:

  1. API: SYNO.SurveillanceStation.Transactions biedt de volgende vijf methodes (Insert, Begin, Complete, Cancel en AppendData) om transactie-informatie op te nemen:
  2. Insert:

    instrueert Surveillance Station om de opname van een transactie te starten. Bevat de volgende parameters:

    Begin:

    instrueert Surveillance Station om de opname van een transactie te starten. Bevat de volgende parameters:

    Complete:

    instrueert Surveillance Station om de transactie te beëindigen en dat de transactie is voltooid. Bevat de volgende parameters:

    Cancel:

    instrueert Surveillance Station om de transactie te beëindigen en dat de transactie is geannuleerd. Bevat de volgende parameters:

    AppendData:

    instrueert Surveillance Station om de inhoud van een transactie te registreren. Bevat de volgende parameters:

  3. Basisaanvraagformaat: http://{IP}:{Port}/webapi/entry.cgi?api=SYNO.SurveillanceStation.Transactions.Transaction&method="{method}"&version=2&deviceName="{device name}"&sessionId="{session id}"

Voorbeelden van Web API-aanvragen:

  1. De transactie starten:

    http://{IP}:{Port}/webapi/entry.cgi?api=SYNO.SurveillanceStation.Transactions.Transaction&method="Begin"&version=2&deviceName="POS01"&sessionId="1"&timeout=300

  2. De transactie registreren:

    http://{IP}:{Port}/webapi/entry.cgi?api=SYNO.SurveillanceStation.Transactions.Transaction&method="AppendData"&version=2&deviceName="POS01"&sessionId="1"&content="Start\n2017/01/01"

  3. De transactie registreren:

    http://{IP}:{Port}/webapi/entry.cgi?api=SYNO.SurveillanceStation.Transactions.Transaction&method="AppendData"&version=2&deviceName="POS01"&sessionId="1"&content="Pen $40\nBook $300"

  4. De transactie registreren:

    http://{IP}:{Port}/webapi/entry.cgi?api=SYNO.SurveillanceStation.Transactions.Transaction&method="AppendData"&version=2&deviceName="POS01"&sessionId="1"&content="Total $340\nEnd"

  5. De transactie beëindigen:

    http://{IP}:{Port}/webapi/entry.cgi?api=SYNO.SurveillanceStation.Transactions.Transaction&method="Complete"&version=2&deviceName="POS01"&sessionId="1"

Opmerking:

AXIS Barcode

Om een transactieapparaat te configureren met AXIS Barcode als de bron:

  1. een transactieapparaat met AXIS Barcode als bron.
  2. installeer AXIS Barcode Reader en AXIS Barcode to Synology Surveillance Station op een ACAP-compatibele camera.
  3. Open ACAP-instellingen van de camera. Pas de instellingen van de AXIS Barcode Reader in om het type barcode dat u wilt scannen in te stellen.
  4. Zoek de instellingenpagina voor AXIS Barcode to Synology Surveillance Station die zich eveneens bevindt op de pagina met ACAP-instellingen. Configureer adres, gebruikersaccount, wachtwoord van uw Synology NAS en de naam van het transactieapparaat.