Taak

In het tabblad Taak kunt u Smart Time Lapse-taken toevoegen, bewerken, inschakelen, uitschakelen en verwijderen.

Het linkerdeel van de lijst toont het huidige aantal verschillende statuscategorieën, het rechterdeel alle Smart Time Lapse-taken. Klik op een taak om de gedetailleerde informatie te bekijken zoals gebruikte geheugenruimte, beperkingen, opslag en opnamebereik.

Een geplande Smart Time Lapse-taak toevoegen:

  1. Klik op Toevoegen om een nieuwe Smart Time Lapse-taak te maken.
  2. Voer de naam van de taak in het veld Taaknaam in.
  3. Selecteer een camera uit het keuzemenu Camera.
  4. Selecteer Schema-uitvoering in het vervolgkeuzemenu Taaktype om de Smart Time Lapse-taak regelmatig uit te voeren. U kunt de uitvoeringstijd van de Smart Time Lapse-taak configureren door cellen in het rooster Opnameschema te selecteren. Selecteer een hele dag door op een dag te klikken en een specifiek tijdstip door op het uur te klikken.
  5. Selecteer Volgende om door te gaan.
  6. Pas de volgende instellingen aan in het gedeelte Opname: Opname afbreken elke (minuten), Tijdscompressieverhouding (vermenigvuldigd door), Framesnelheid (FPS). De hieronder weergegeven tijdvertragingsberekening wordt berekend op basis van deze instellingen.
  7. In het gedeelte Geavanceerd kunt u het selectievakje Beperk de tijdscompressieverhouding om meer videodetails weer te geven bij de detectie van gebeurtenissen inschakelen en de volgende instellingen aan te passen:
  8. Selecteer Volgende om door te gaan.
  9. Pas de volgende instellingen aan in het gedeelte Opslaginstellingen:
  10. Pas de volgende instellingen aan in het gedeelte Rotatieregels:
  11. Selecteer Voltooien om de Smart Time Lapse-taak op te slaan.

Opmerking:

Een Smart Time Lapse-taak met eenmalige uitvoering toevoegen:

  1. Klik op Toevoegen om een nieuwe Smart Time Lapse-taak te maken.
  2. Voer de naam van de taak in het veld Taaknaam in.
  3. Selecteer een camera uit het keuzemenu Camera.
  4. Selecteer Eenmalige uitvoering in het vervolgkeuzemenu Taaktype. Door deze optie te selecteren wordt de Smart Time Lapse-taak alleen een keer uitgevoerd. U kunt een tijdsbereik instellen voor uitvoering van de Smart Time Lapse-taak
  5. Configureer de uitvoeringstijd van de Smart Time Lapse-taak door cellen in het rooster Opnametijd specificeren. Selecteer een hele dag door op een dag te klikken en een specifiek tijdstip door op het uur te klikken.
  6. Selecteer Volgende om door te gaan.
  7. Pas de volgende instellingen aan in het gedeelte Opname: Opname afbreken elke (minuten), Tijdscompressieverhouding (vermenigvuldigd door), Framesnelheid (FPS). De hieronder weergegeven tijdvertragingsberekening wordt berekend op basis van deze instellingen.
  8. In het gedeelte Geavanceerd kunt u het selectievakje Beperk de tijdscompressieverhouding om meer videodetails weer te geven bij de detectie van gebeurtenissen inschakelen en de volgende instellingen aan te passen:
  9. Selecteer Volgende om door te gaan.
  10. Pas de volgende instellingen aan in het gedeelte Opslaginstellingen:
  11. Pas de volgende instellingen aan in het gedeelte Rotatieregels:
  12. Selecteer Voltooien om de Smart Time Lapse-taak op te slaan.

Om een taak te bewerken:

  1. Selecteer een taak uit de lijst en klik op Bewerken.
  2. Wijzig de configuratie in de tabbladen Algemeen, Instellingen en Opslag.
  3. Klik op Opslaan om de instellingen toe te passen.

Om een taak in of uit te schakelen:

  1. Selecteer een taak uit de lijst.
  2. Klik op Inschakelen om de geselecteerde taak in het vervolgkeuzemenu Inschakelen in te schakelen of Uitschakelen om de desbetreffende taak uit te schakelen.

Een taak verwijderen:

  1. Selecteer een taak in de lijst en klik op Verwijderen.
  2. Er verschijnt een bevestigingsvenster. Selecteer Alle opgenomen bestanden (inclusief vergrendelde items) verwijderen of Alle opgenomen bestanden behouden. Klik op Ok om de taak te verwijderen.