Pushservice

Pushservice stuurt meldingen naar uw mobiele apparaten wanneer de systeemstatus verandert of er fouten optreden.

Opmerking:

Om een door Synology gehoste e-mailserver te gebruiken:

  1. Schakel selectievakje Systeemstatusmeldingen versturen via de e-mailserver van Synology in.
  2. Voer een of meer e-mailadressen in het veld Ontvangers in.
    Opmerking: adressen moeten door puntkomma's (;) worden gescheiden.
  3. Schakel het selectievakje Een gebeurtenissnapshot toevoegen in wanneer u snapshots met meldingen wilt ontvangen.
  4. Schakel het selectievakje E-mailintervallimiet inschakelen in wanneer u geen herhaalde berichten van dezelfde gebeurtenis wilt ontvangen. U kunt aangeven hoe vaak u berichten wilt ontvangen in het veld Minimum interval tussen ieder bericht (minuten).
    Opmerking: om het aantal meldingen te beperken, kunt u ook de gevoeligheid verlagen en de drempel van gebeurtenisdetectie verhogen of in het tabblad Geavanceerd de Instelling meldingscombinatie te wijzigen.
  5. Klik op Opslaan om door te gaan. Een verificatiebericht wordt verzonden naar de ingevoerde adressen. Volg de instructies in het verificatie-e-mailbericht.
  6. Klik na verificatie op Een testbericht verzenden en klik op OK Controleer uw instellingen wanneer u geen e-mail hebt ontvangen.

Opmerking:

Meldingen naar mobiele apparaten inschakelen:

  1. Installeer DS cam op uw mobiele apparaat en meld u aan.
  2. Terug in Surveillance Station, klik op Een testbericht verzenden en vervolgens op OK.
  3. Start DS cam om te kijken of u het testbericht hebt ontvangen. Zo niet, controleer dan de pushservice voor DS cam en de mobiele meldingen.

Opmerking:

Gekoppelde mobiele apparaten beheren:

  1. Klik op Gekoppeld DS cam beheren of Gekoppeld DS finder beheren om de lijst van alle gekoppelde mobiele apparaten te bekijken.
    Opmerking: De knop Gekoppeld DS finder beheren wordt alleen weergegeven nadat u de meldingsintegratie in het tabblad Geavanceerd hebt ingeschakeld.
  2. Om een apparaat los te koppelen, selecteert u deze en klikt u op Ontkoppelen. Houd de Shift- of Ctrl-toets ingedrukt om meerdere items te selecteren. Ontkoppelde apparaten ontvangen geen meldingen tenzij u de apparaten opnieuw koppelt.
  3. Klik op Sluiten om te voltooien.

Opmerking: