I/O-module-instellingen configureren

In I/O-module bewerken kunt u de I/O-module-instellingen configureren zoals onderstaand beschreven.

Informatie

In het tabblad Informatie kunt u de apparaatinformatie van uw I/O-module wijzigen.

Ga als volgt te werk om de I/O-module-informatie te wijzigen:

Beperkingen:

  1. I/O-modulenaam: hoofdlettergevoelig. 1 tot 32 unicodetekens zijn toegestaan, behalve de volgende symbolen: ! " # $ % & ' ( ) * + , / : ; < = > ? @ [ ] \ ^ ` { } |
    Het eerste teken mag geen minteken of spatie zijn, en het laatste teken mag geen spatie zijn.
  2. Gebruikersnaam: hoofdlettergevoelig. 1 tot 32 Unicode-tekens zijn toegestaan.
  3. Wachtwoord: hoofdlettergevoelig. Het wachtwoord moet 0 tot 64 tekens bevatten, inclusief letters, getallen, tekens en spaties.

I/O-poort

In het tabblad I/O-poort kunt u de volgende opties instellen, activeren en testen:

Digitale uitvoer testen:

klik op Uitvoer activeren om te testen of de Activeringsstatus wordt geschakeld bij activering van het apparaat. Ziet u geen veranderingen, controleer dan de aansluiting en instellingen van uw uitvoerapparaat.

Opmerking:

Camera koppelen

In het tabblad Camera koppelen kunt u de poort van de gekoppelde camera instellen:

Gekoppelde camera's kunnen voor de volgende functies worden gebruikt:

Tijdsynchronisatie

In het tabblad Geavanceerd kunt u de volgende stappen voor de configuratie van de tijdsynchronisatie-instellingen uitvoeren:

  1. Schakel het selectievakje Netwerktijdserver in.
  2. Wanneer Surveillance Station als tijdserver voor de I/O-module werkt, moeten Surveillance Station en I/O-module tot hetzelfde lokaal netwerk behoren. Als er een andere internettimeserver is geselecteerd, moet u ervoor zorgen dat de I/O-module verbonden is met internet.