Opslag
In het tabblad Opslag kunt u opnameopslagruimtes toevoegen, verwijderen en bewerken, en alle camera's van elke opnameopslag bekijken.
Opnameopslag toevoegen:
- Klik op Toevoegen > Opslag toevoegen.
- Kies Een bestaande map gebruiken of Een gedeelde map toevoegen en klik op Volgende.
- Als u Een bestaande map gebruiken selecteert:
- Is uw $_DSPRODUCTNAME_$ de hostserver in een CMS-architectuur, dan moet u een server in het vervolgkeuzemenu Bron selecteren.
- Selecteer een DSM gedeelde map als de nieuwe opnameopslag in het vervolgkeuzemenu Gedeelde map.
- Als u Gedeelde map toevoegen hebt geselecteerd:
- Voer de Naam en Beschrijving in voor de nieuwe opnameopslag in de pagina Informatie.
- Is uw $_DSPRODUCTNAME_$ de hostserver in een CMS-architectuur, dan moet u een server in het vervolgkeuzemenu Bron selecteren.
- Selecteer in het vervolgkeuzemenu Locatie een volume waarin u de nieuwe opnameopslag wilt opslaan.
- Wilt u de maximale opslaggrootte van de opnameruimte configureren, schakel dan het selectievakje Beperk de opnameopslag tot in en specificeer de maximum groottelimiet (in gigabytes) voor de gedeelde map. Wanneer de gespecificeerde maximum groottelimiet wordt bereikt, zullen camera's met in deze map ingestelde opnameopslag oudere opnames verwijderen of maken van opnames stoppen naargelang de archiefrotatie-instellingen geconfigureerd in IP-camera > Camera bewerken > Opname-instellingen > Geavanceerd.
- Wilt u dat de als opnameopslag gebruikte gedeelde map niet wordt weergegeven in "Netwerk" onder Windows File Explorer, schakel dan het selectievakje Deze map verbergen in "Mijn netwerklocaties" in.
- Klik op Volgende om naar de pagina Geavanceerd te gaan.
- Ga als volgt te werk als u de gedeelde map wilt coderen:
- Geef een nieuwe coderingssleutel op en bevestig hem. De coderingssleutel mag geen komma's (,) of gelijktekens (=) bevatten.
- Om een ontkoppelde gedeelde map weer te geven of er toegang toe te krijgen, moet u de map handmatig koppelen door de coderingssleutel te importeren of in te voeren.
Opmerking:
- de naam van bestanden of mappen in een gecodeerde gedeelde map mag niet meer dan 143 Engelse of 47 Aziatische (CJK) tekens bevatten. Maakt u via Mac OS toegang met uw gedeelde mappen, dan mogen namen van bestanden of mappen in een gecodeerde gedeelde map niet meer dan 130 Engelse of 43 Aziatische (CJK) tekens bevatten.
- Het is onmogelijk om toegang te krijgen tot gecodeerde gedeelde mappen via NFS.
- Als de standaardwachtwoorden met de resetknop op DiskStation worden hersteld, zullen gecodeerde gedeelde mappen ontkoppeld worden en zal de optie om gecodeerde gedeelde mappen automatisch te koppelen uitgeschakeld worden.
- Klik op Voltooien om het maken van de opnameopslag te voltooien.
Opmerking:
- eens u deze functie gebruikt, krijgt uw Surveillance Station lezen/schrijven-machtiging van de geselecteerde gedeelde mappen. Ga naar de bewerkingspagina van die gedeelde mappen in DSM > Configuratiescherm > Gedeelde map en schakel de machtigingen in Machtigingen > Systeem interne gebruiker in.
- Als u ervoor kiest om een bestaande map te gebruiken zal het vervolgkeuzemenu Gedeelde map alleen de gedeelde mappen tonen waarop de gebruikers lezen/schrijven-machtigingen heeft of die nog niet werden gebruikt als opnameopslag.
- De naam vam de opnameopslag is hoofdlettergevoelig en kan 1 tot 32 unicodetekens bevatten, behalve de volgende symbolen: ~ ` ! @ # $ % ^ & * ( ) = + [ { ] } \ | ; : ' " < > / ?
Het eerste teken mag geen minteken of spatie zijn en het laatste teken mag geen spatie zijn.
- Voor optimale systeemprestaties, worden externe apparaten zoals USB-sticks niet ondersteund als opslagruimte voor opnamen.
Een externe map koppelen:
- Klik op Toevoegen > Externe opslag koppelen.
- Kies Een gekoppelde externe map gebruiken of Een externe map koppelen en klik op Volgende.
- Als u Een gekoppelde externe map gebruiken hebt geselecteerd:
- Is uw $_DSPRODUCTNAME_$ de hostserver in een CMS-architectuur, dan moet u een server in het vervolgkeuzemenu Bron selecteren.
- Selecteer een gekoppelde Externe map als de nieuwe opnameopslag in het vervolgkeuzemenu Gedeelde map.
- Als u Externe map koppelen hebt geselecteerd:
- Is uw $_DSPRODUCTNAME_$ de hostserver in een CMS-architectuur, dan moet u een server in het vervolgkeuzemenu Bron selecteren.
- Vereist de externe server toegangsmachtigingen voor de externe map, voer dan uw gebruikersgegevens voor de externe server in de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord in.
- Klik op Bladeren om een nieuwe doelmap te selecteren of te maken om de externe map te koppelen. Het geselecteerde pad zal worden getoond in het veld Lokale map.
- Specificeer in het veld Externe map het externe-mappad in de indeling [\\Servernaam\Mapnaam] zoals [\\192.168.0.2\share] of [\\chad\cheeseburger\pictures].
- Schakel het selectievakje Automatisch koppelen bij opstarten in als u deze externe map telkens na het (her)opstarten van het systeem wilt koppelen.
- Klik op Voltooien om de instellingen te voltooien.
Opmerking:
- eens u deze functie gebruikt, krijgt uw Surveillance Station lezen/schrijven-machtigingen van de gedeelde mappen om de gekoppelde externe map te hosten. Ga naar de bewerkingspagina van die gedeelde mappen in DSM > Configuratiescherm > Gedeelde map en schakel de machtigingen in Machtigingen > Systeem interne gebruiker in.
- Als u ervoor kiest om een gekoppelde externe map te gebruiken zal het vervolgkeuzemenu Externe map alleen de externe mappen tonen die gekoppeld zijn aan de gedeelde mappen waarvoor de aangemelde gebruiker lezen/schrijven-machtiging heeft.
- Wanneer u op Bladeren klikt, zal de pagina enkel de gedeelde map tonen waarvoor de aangemelde gebruiker lezen/schrijven-machtigingen heeft.
- Ondersteund maximum aantal gelijktijdig gekoppelde externe mappen is beperkt tot 100.
- De koppeling moet kunnen werken via de CIFS-service.
- De koppeling via de NFS-service wordt niet ondersteund door Surveillance Station.
- Om een externe map te koppelen moet u een submap selecteren onder een lokale gedeelde map om de installatie te voltooien.
- De koppelingsfunctie is enkel beschikbaar op bepaalde Synologyproducten.
Een opnameopslag verwijderen:
- Selecteer een opnameopslag en klik op Verwijderen.
- Kies in het bevestigingsvenster om de gedeelde/gekoppelde map in DSM te Behouden of Verwijderen.
- Klik op OK om het verwijderen te bevestigen.
Opmerking:
- de standaard opnameopslag "Surveillance" kan niet worden verwijderd.
- U kunt geen opnameopslag verwijderen die door camera's wordt gebruikt.
Een opnameopslag bewerken:
- Selecteer een opnameopslag en klik op Bewerken.
- Ga naar het tabblad Informatie.
- Voer een nieuwe Naam en Beschrijving in voor de opname-opslag.
- Wilt u de maximum opslaggrootte van de opnameruimte instellen, schakel dan het selectievakje Beperk de opnameopslag tot in en specificeer de maximum groottelimiet (in gigabytes) voor de gedeelde map.
- Wilt u dat de als opnameopslag gebruikte gedeelde map niet wordt weergegeven in "Netwerk" onder Windows File Explorer, schakel dan het selectievakje Deze map verbergen in "Mijn netwerklocaties" in.
- Ga naar het tabblad Geavanceerd.
- Wijzig de coderingsinstellingen.
- Klik op Voltooien om de instellingen te voltooien.
Opmerking:
- U kunt de externe mappen niet bewerken.
- Na het maken van de opnameopslag is het niet mogelijk om de locatie te wijzigen.
- De naam en locatie van de standaard opnameopslag "Surveillance" kan niet worden verwijderd.
Desbetreffende camera's bekijken:
- Selecteer een opnameopslag en klik op Desbetreffende camera's om de cameralijst van de opnameopslag te bekijken.
Een externe map opnieuw koppelen:
- Als Surveillance Station geen verbinding kan maken met een externe map zal de status van de desbetreffende camera Opslag onbeschikbaar worden en zal de opnameopslag in de opnameopslaglijst worden weergeven als Verbinding verbroken.
- Klik op Opnieuw verbinden om opnieuw te proberen om de externe map te koppelen.
- Als er een nieuwe verbinding is gemaakt met de externe map, zal de desbetreffende camera opnieuw normaal werken.
De gecodeerde opnameopslag bewerken:
- Als u een niet-gecodeerde gedeelde map selecteert, wordt het vervolgkeuzemenu Codering uitgeschakeld.
- Als u een gecodeerde gedeelde map selecteert die werd gekoppeld, kunt u Ontkoppelen selecteren in het vervolgkeuzemenu Codering om de map te ontkoppelen, of Sleutel exporteren om de coderingsleutel op te slaan.
- Als u een gecodeerde gedeelde map selecteert die ontkoppeld werd, kunt u Koppelen selecteren in het vervolgkeuzemenu Codering, en daarna de coderingsleutel invoeren of importeren om de map te koppelen voor toegang.
Opmerking:
- Het is erg belangrijk de coderingsleutel niet te vergeten. Het wordt ten zeerste aangeraden de coderingsleutel te exporteren en op te slaan. Als u de sleutel vergeet of verliest, gaan de gecodeerde gegevens verloren.
- Als een gecodeerde gedeelde map wordt gekoppeld, kunt u de naam ervan niet wijzigen en de locatie van het volume niet wijzigen. U kunt wijzigingen uitsluitend aanbrengen na ontkoppelen.