Regels

In het tabblad Regels kunt u neldingsschema's configureren en selecteren voor welke gebeurtenistypen Surveillance Station de verzending van meldingsberichten activeert via services (zoals e-mail, sms of mobiel).

De meldingsgebeurtenissen in Surveillance Station worden onderverdeeld in de volgende elf categorieën:

Opmerking:

Elke gebeurtenis heeft zijn eigen standaard meldingsbericht, maar u kunt ook eigen berichten maken. De standaard systeemberichten kunnen op elk moment worden teruggezet.

Meldingsservicetypen instellen

  1. In het rechtervenster schakel de selectievakjes (E-mail, SMS en/of Mobiel) in meldingen van een bepaalde gebeurtenis via deze service(s) te ontvangen.
  2. Klik op Opslaan om uw wijzigingen toe te passen.

Een schema voor meldingsgebeurtenissen opstellen:

  1. Selecteer een meldingsgebeurtenis in het rechterdeelvenster en klik op Schema bewerken > Bewerken.
  2. In het schemarooster kunt u aangeven wanneer meldingen moeten worden verzonden.
  3. Klik op Opslaan om uw wijzigingen toe te passen.
  4. Klik op Sluiten om te voltooien.

Opmerking:

Meldingsberichten aanpassen:

  1. selecteer een meldingsgebeurtenis in het rechterdeelvenster en klik op Bewerken. u kunt ook dubbelklikken op een meldingsgebeurtenis om de bewerkingspagina te openen.
  2. U kunt de melding aanpassen door een nieuw onderwerp en berichtinhoud in te voeren bij Onderwerp en Inhoud.
  3. Klik op Opslaan om uw wijzigingen toe te passen.
  4. Klik op Sluiten om te voltooien.

Om standaardmeldingsberichten terug te zetten:

  1. selecteer een meldingsgebeurtenis in het rechterdeelvenster en klik op Bewerken. u kunt ook dubbelklikken op een meldingsgebeurtenis om de bewerkingspagina te openen.
  2. Klik op Standaardinstellingen terugzetten. Het onderwerp en de berichtinhoud worden teruggezet naar de originele tekst.
  3. Klik op Opslaan om uw wijzigingen toe te passen.
  4. Klik op Sluiten om te voltooien.

Opmerking:

Om meldingsgebeurtenissen in batch te bewerken:

  1. Klik op Surveillance Station in het linkerpaneel.
  2. Klik op Schema bewerken > Batch bewerken om de Wizard Meldingen batch-bewerken.
  3. Schakel de gebeurtenissen in waarop u de meldingsinstellingen wilt toepassen en klik op Volgende.
  4. Schakel de selectievakjes van de camera's in waarop u de meldingsinstellingen van gebeurtenissen wilt toepassen en klik op Volgende.
    Opmerking: Deze stap wordt alleen weergegeven wanneer selectievakjes van gebeurtenissen in de categorie Camera werden ingeschakeld.
  5. Schakel de I/O-modules in van waaruit u de meldingsinstellingen op gebeurtenissen wilt toepassen en klik op Volgende.
    Opmerking: Deze stap wordt alleen weergegeven wanneer gebeurtenissen in de categorie I/O-module worden ingeschakeld.
  6. Schakel de selectievakjes van de IP-luidsprekers in waarop u de meldingsinstellingen van gebeurtenissen wilt toepassen en klik op Volgende.
    Opmerking: Deze stap wordt alleen weergegeven wanneer selectievakjes van gebeurtenissen in de categorie IP-luidspreker werden ingeschakeld.
  7. Tik op de toegangscontrollers van waaruit u de meldingsinstellingen op de gebeurtenissen wilt toepassen en klik op Volgende.
    Opmerking: Deze stap wordt alleen weergegeven wanneer gebeurtenissen in de categorie Toegangsbeheer worden ingeschakeld.
  8. Tik op de transactieapparaten waarvoor u de meldingsinstellingen voor gebeurtenissen wilt toepassen en klik op Volgende.
    Opmerking: Deze stap wordt alleen weergegeven wanneer gebeurtenissen in de categorie Transactions worden ingeschakeld.
  9. Gebruik het schemarooster om te bepalen wanneer meldingen mogen worden verzonden.
  10. Klik op Voltooien om de instellingen te voltooien.

Opmerking:

Web-API-opdracht ophalen:

  1. Ga in het linkerpaneel naar de meldingsinstellingen van Surveillance Station.
  2. Selecteer een gebeurtenis in de categorie Extern apparaat en klik op Opdracht ophalen.