Replicatie

Op deze pagina kunnen systeembeheerders een replicaties beheren. U kunt replicatietaken maken, bewerken en verwijderen. U kunt de synchronisatie ook starten/stoppen en informatie van uw replicatietaken bekijken.

Voor de beste gebruikservaring raden we u aan om dezelfde versie van Snapshot Replication op uw bron- en doelserver te installeren.

Een replicatietaak voor een iSCSI LUN maken:

  1. Ga naar de pagina Replicatie.
  2. Klik op Maken.
  3. De Replicatietaak maken-wizard verschijnt.
  4. Klik op Volgende om door te gaan.
  5. Selecteer de locatie en het netwerktype voor het doel.
  6. Volg de instructies van de wizard om een iSCSI LUN te maken.
    Opmerking: wanneer de doelserver een dual-controller model is, klikt u op de knop Geavanceerde instellingen bij Specificeer de replicatiedoelserver in de wizard en schakel het selectievakje Voer extra informatie in voor een dual-controller model in om informatie over de andere controleren in te voeren.

Opmerking:

Uw replicatie beheren met VMware vCenter Site Recovery Manager

Een iSCSI LUN-replicatie verwijderen:

  1. selecteer de iSCSI LUN-replicatietaak die u wilt verwijderen.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Actie > verwijderen.
  3. U krijgt een bevestigingsmelding. Klik op Verwijderen om de actie te bevestigen.

Een iSCSI LUN-replicatie bewerken:

  1. selecteer de iSCSI LUN-replicatietaak die u wilt bewerken.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Actie > bewerken.
  3. Er verschijnt een venster met de volgende tabbladen:
  4. In het tabblad Partnerserver kunt u partnerserverinformatie zoals hostnaam, gebruikersnaam en wachtwoord bewerken. Klik op Geavanceerde instellingen om uw iSCSI LUN-replicatietaak verder te bewerken:
  5. In het tabblad Schema kunt u de volgende instellingen configureren:
  6. Schakel in het tabblad Geavanceerd het selectievakje Toepassingsconsistente snapshots inschakelen in/uit om tussen de volgende consistente statussen te schakelen:
  7. Klik op OK om de nieuwe instellingen toe te passen.

Opmerking:

De informatie van een iSCSI LUN-replicatie bekijken:

  1. selecteer de iSCSI LUN-replicatietaak die u wilt bekijken.
  2. Klik op Info.
  3. Er verschijnt een venster met de volgende informatie:

De synchronisatie van een iSCSI LUN-replicatie uitvoeren:

  1. selecteer de iSCSI LUN-replicatietaak die u wilt synchroniseren.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Actie > Sync.
  3. Voer de beschrijving in voor de te nemen snapshot.
  4. Schakel het selectievakje Vergrendelen in/uit om te bepalen of bij het maken van de snapshot de bewaarinstellingen van kracht zijn of niet bij activering van de automatische verwijdering.
  5. Schakel selectievakje Toepassingsconsistente snapshots inschakelen in/uit om tussen de volgende consistente statussen te schakelen:
  6. Klik op OK om de actie te bevestigen.

Opmerking:

De synchronisatie van een iSCSI LUN-replicatie stoppen:

  1. selecteer de iSCSI LUN-replicatietaak die u wilt stoppen.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Actie > Stoppen.
  3. U krijgt een bevestigingsmelding. Klik op Stoppen om de actie te bevestigen.

Een-naar-veel/uitgebreide replicatie

U kunt meerdere replicaties van een iSCSI LUN naar meerdere doelservers maken, waardoor een een-naar-veelschema wordt gevormd. U kunt ook een uitgebreide replicatie voor een gerepliceerde iSCSI LUN maken, waardoor een uitgebreid schema wordt gevormd.

Opmerking:

Maximum aantal replicatietaken

Het maximum aantal replicatietaken varieert naargelang uw Synology NAS-modellen. Ga naar Synology's website voor informatie over toepasselijke modellen.

Synology Unified Controller

Bewaarbeleid

Deze optie biedt een ideale oplossing voor de opgave van het maximum aantal momentopnameversies per volume, maar het kan nodig zijn dat u uw momentopnames langer moet bewaren. Het volgende moet u over het bewaarbeleid weten:

Voorbeeld 1:
Als u de dagelijkse snapshots van de laatste 3 maanden wilt behouden, wekelijkse snapshots van de afgelopen 4 tot 6 maanden wilt behouden en maandelijkse snapshots van de afgelopen 7 tot 9 maanden wilt behouden, moet u een 0 voor uurlijkse snapshots invoeren, 90 voor dagelijkse snapshots, 24 voor wekelijkse snapshots, 9 voor maandelijkse snapshots en 0 voor jaarlijkse snapshots.

Voorbeeld 2:
Als u de uurlijkse snapshots van de laatste 2 dagen wilt behouden, dagelijkse snapshots van de afgelopen week wilt behouden en wekelijkse snapshots van de afgelopen maand wilt behouden en maandelijkse snapshots van het afgelopen jaar, moet u een 48 voor uurlijkse snapshots invoeren, 7 voor dagelijkse snapshots, 4 voor wekelijkse snapshots, 12 voor maandelijkse snapshots en 0 voor jaarlijkse snapshots.