Snapshots

Op deze pagina kunt u snapshots nemen, verwijderen en bewerken, alsook het snapshotschema en bewaarinstellingen configureren.

Snapshots verlagen het schijfverbruik door individuele blokken te bewaren in plaats van complete bestanden. Voor de update of verwijdering van bestanden in gedeelde mappen of blokken in iSCSI LUNs wordt extra ruimte gebruikt.

Gedeelde map

Om een snapshot van een gedeelde map te maken:

  1. selecteer de gedeelde map waarvan u een snapshot wilt maken.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Snapshot > Een snapshot maken.
  3. Voer de beschrijving in het veld Beschrijving in voor de te nemen snapshot.
  4. Schakel het selectievakje Vergrendelen in/uit om te bepalen of bij het maken van de snapshot de bewaarinstellingen van kracht zijn of niet bij activering van de automatische verwijdering.
  5. Klik op OK om de snapshot te nemen.

Opmerking:

Snapshot zichtbaar maken:

de mappen en bestanden in snapshots zijn toegankelijk via bestandsservices in de #snapshot mappen van de gedeelde map.

  1. Selecteer een gedeelde map waarin u de snapshot wilt tonen.
  2. Klik op Instellingen.
  3. Ga naar het tabblad Geavanceerd en schakel het selectievakje Snapshot tonen in.

Opmerking:

Snapshots van een gedeelde map doorbladeren:

  1. selecteer de gedeelde map waarvan u de snapshots wilt doorbladeren.
  2. Klik op Snapshot > Snapshotlijst.
  3. Selecteer de snapshot die u wilt doorbladeren en klik op Bladeren.

Opmerking:

Snapshots van een gedeelde map verwijderen:

  1. selecteer de gedeelde map waarvan u snapshots wilt verwijderen.
  2. Klik op Snapshot > Snapshotlijst.
  3. Selecteer een of meer snapshots die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  4. U krijgt een bevestigingsmelding. Klik op Verwijderen om verwijdering te bevestigen. Het systeem verwijdert de momentopnames in de achtergrond. Het verwijderen van grote hoeveelheden momentopnames kan enige tijd duren.

Opmerking:

Het opslaggebruik door momentopnames van een gedeelde map inschatten:

  1. Selecteer de gedeelde map waarvan u het momentopnamegebruik wilt controleren.
  2. Klik op Snapshot > Grootte berekenen.
  3. Selecteer een tijdsbereik door een startdatum en een einddatum in te voeren. Klik vervolgens op Nu berekenen.
    Opmerking: Het minimale tijdsbereik is 7 dagen.

Opmerking:

Het opslaggebruik door momentopnames van een gedeelde map bekijken:

Na het voltooien van de inschattingstaak, klikt u op Taak voltooid om het opslaginschattingsrapport te bekijken. Verplaats de muiscursor om het opslaggebruik te bekijken.

Een voltooid inschattingstaak wissen:

In Momentopnames > Gedeelde map, selecteer een gedeelde map en klik op Wissen om de taakdetails te verwijderen.

Momentopnames van een gedeelde map bewerken:

  1. selecteer de gedeelde map waarvan u momentopnames wilt bewerken.
  2. Klik op Snapshot > Snapshotlijst.
  3. Selecteer de snapshot die u wilt bewerken en klik op Bewerken.
  4. U kunt de beschrijving van de snapshot wijzigen in het veld Beschrijving en het selectievakje Vergrendelen in-/uitschakelen om te bepalen of bij het maken van de snapshot de bewaarinstellingen van kracht zijn of niet bij activering van de automatische verwijdering.
  5. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.

Om geplande snapshots te configureren:

Bij geplande momentopnames zal Snapshot Replication op ingestelde tijdstippen en frequentie automatisch momentopnames maken, waardoor u het werk van handmatige momentopnames wordt bespaard.

  1. Selecteer een gedeelde map.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Instellingen.
  3. Schakel in het tabblad Schema het selectievakje Snapshotplanning inschakelen in en stel het tijdstip en frequentie van snapshots in. Schakel het selectievakje uit om de geplande momentopnames van deze gedeelde map te annuleren.
  4. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
  5. U krijgt een bevestigingsmelding. Klik op OK om de configuratie te bevestigen.

Opmerking:

Om de bewaarinstellingen van geplande momentopnames te configureren:

  1. Selecteer een gedeelde map.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Instellingen.
  3. Selecteer tabblad Bewaren.
  4. Specificeer hoe snapshots te bewaren en te verwijderen.
  5. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.

Het naamgevingsbeleid voor momentopnames configureren:

  1. Selecteer een gedeelde map.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Instellingen.
  3. Selecteer het tabblad Geavanceerd.
  4. Schakel het selectievakje Gebruik de tijd in de GMT+0-tijdzone om de momentopnames een naam te geven in of uit.
  5. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.

Opmerking:

iSCSI LUN

Om een snapshot van een iSCSI LUN te maken:

  1. selecteer de iSCSI LUN waarvan u een snapshot wilt maken.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Snapshot > Een snapshot maken.
  3. Voer de beschrijving in het veld Beschrijving in voor de te nemen snapshot.
  4. In het vervolgkeuzemenu Vergrendelen selecteer Ja/Nee om te bepalen of bij activering van de automatische verwijdering de bewaarinstellingen van kracht zijn of niet voor snapshots.
  5. Klik op OK om de snapshot te nemen.

Om een snapshot van een iSCSI LUN te verwijderen:

  1. selecteer de iSCSI LUN waarvan u snapshots wilt verwijderen.
  2. Klik op Snapshot > Snapshotlijst.
  3. Selecteer een of meer snapshots die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  4. U krijgt een bevestigingsmelding. Klik op Verwijderen om verwijdering te bevestigen. Het systeem verwijdert de momentopnames in de achtergrond. Het verwijderen van grote hoeveelheden momentopnames kan enige tijd duren.

Opmerking:

Om een snapshot van een iSCSI LUN te bewerken:

  1. selecteer de iSCSI LUN waarvan u momentopnames wilt bewerken.
  2. Klik op Snapshot > Snapshotlijst.
  3. Selecteer de snapshot die u wilt bewerken en klik op Bewerken.
  4. Voer een van de volgende handelingen uit om een snapshot te bewerken:
  5. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.

Opmerking:

Terminologie:

Om geplande snapshots te configureren:

Bij geplande momentopnames zal Snapshot Replication op ingestelde tijdstippen en frequentie automatisch momentopnames maken, waardoor u het werk van handmatige momentopnames wordt bespaard.

  1. Selecteer een iSCSI LUN.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Instellingen.
  3. Schakel in het tabblad Schema het selectievakje Snapshotplanning inschakelen in en stel het tijdstip en frequentie van snapshots in. Schakel het selectievakje uit om de geplande momentopnames van deze gedeelde map te annuleren.
  4. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.

Om de bewaarinstellingen van geplande momentopnames te configureren:

  1. Selecteer een iSCSI LUN.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Instellingen.
  3. Selecteer tabblad Bewaren.
  4. Specificeer hoe snapshots te bewaren en te verwijderen.
  5. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
  6. U krijgt een bevestigingsmelding. Klik opnieuw op OK om de configuratie te bevestigen.

Om de consistente status van uw iSCSI LUN-snapshots te configureren:

  1. Selecteer een iSCSI LUN.
    Opmerking: met de toetsen Ctrl of Shift kunt u meerdere items selecteren.
  2. Klik op Instellingen.
  3. Selecteer tabblad Toepassing.
  4. Schakel selectievakje Toepassingsconsistente snapshots inschakelen in/uit om tussen de volgende consistente statussen te schakelen:
  5. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.

Opmerking:

____

Bewaarbeleid

Deze optie biedt een ideale oplossing voor de opgave van het maximum aantal momentopnameversies per volume, maar het kan nodig zijn dat u uw momentopnames langer moet bewaren. Het volgende moet u over het bewaarbeleid weten:

Voorbeeld 1:
Als u de dagelijkse snapshots van de laatste 3 maanden wilt behouden, wekelijkse snapshots van de afgelopen 4 tot 6 maanden wilt behouden en maandelijkse snapshots van de afgelopen 7 tot 9 maanden wilt behouden, moet u een 0 voor uurlijkse snapshots invoeren, 90 voor dagelijkse snapshots, 24 voor wekelijkse snapshots, 9 voor maandelijkse snapshots en 0 voor jaarlijkse snapshots.

Voorbeeld 2:
Als u de uurlijkse snapshots van de laatste 2 dagen wilt behouden, dagelijkse snapshots van de afgelopen week wilt behouden en wekelijkse snapshots van de afgelopen maand wilt behouden en maandelijkse snapshots van het afgelopen jaar, moet u een 48 voor uurlijkse snapshots invoeren, 7 voor dagelijkse snapshots, 4 voor wekelijkse snapshots, 12 voor maandelijkse snapshots en 0 voor jaarlijkse snapshots.