Werken met gegevens

In dit gedeelte worden de voornaamste functies van Office voor gegevensbewerking in rekenbladen beschreven.

Een rekenblad sorteren

Om een rekenblad te sorteren:

  1. open een rekenblad.
  2. Selecteer het celbereik dat u wilt sorteren.
  3. Klik op menu Gegevens > Sorteren of rechtsklik op de geselecteerde cel en selecteer Sorteren.
  4. Selecteer de kolom die u wilt sorteren en of de kolom oplopend of aflopend moet worden gesorteerd.
  5. Specificeer meer kolommen in de vervolgkeuzelijst Vervolgens op als u meer sorteerregels wilt toevoegen. De sortering wordt uitgevoerd volgens de prioriteitsvolgorde van uw regels.

Opmerking:

Gegevens filteren

Om gegevens te filteren:

  1. klik na selectie van een bereik in een spreadsheet op het menu Gegevens > Filter of klik op het pictogram Filter in de taakbalk om een filter te maken.
  2. Klik op de filterselector (kleine omgekeerde driehoek) in de kolomkop(pen) binnen het geselecteerde bereik.
  3. Filter een kolom op de volgende manieren:

Opmerking:

Gegevensvalidatie gebruiken

Om gegevensvalidatie toe te passen:

  1. klik na selectie van een bereik in een spreadsheet op het menu Gegevens > Gegevensvalidatie of rechtsklik op het bereik en kies Gegevensvalidatie.
  2. Voer een bereik in het veld Celbereik in. U kunt ook op het rasterpictogram klikken om een bereik te selecteren. Houdt de Ctrl-toets ingedrukt om meerdere bereiken te selecteren.
  3. Kies een regeltype uit het vervolgkeuzemenu Regel.
  4. Selecteer of u een helpboodschap wilt tonen. Elk regeltype heeft een overeenkomstige helpboodschap die u kunt bewerken.

    Opmerking:

    • de helpboodschap zal worden weergegeven als een tooltipbericht wanneer u met de muis over een lege cel beweegt.
    • Als een cel al een ongeldige waarde bevat, zal de helpboodschap als een waarschuwing worden getoond (zie onder).
  5. Selecteer de opties Waarschuwing tonen of Invoer weigeren als u wilt dat Rekenblad een waarschuwing toont of de invoer weigert als er ongeldige waarden worden ingevoerd.
  6. Klik op Save.
  7. Opmerking:

Conditionele opmaakregels toepassen

Om conditionele opmaak toe te passen:

  1. klik op het menu Opmaak > Voorwaardelijke opmaak om het venster instellingen te openen.
  2. Klik op Maken om een nieuwe conditionele opmaakregel te maken of dubbelklik op een bestaande regel om die te bewerken.
  3. Voer een bereik in het veld Celbereik in. U kunt ook op het rasterpictogram klikken om een bereik te selecteren. Houdt de Ctrl-toets ingedrukt om meerdere bereiken te selecteren.
  4. Kies een regeltype uit het vervolgkeuzemenu Regel.
  5. Als het geselecteerde regeltype waarde(n) bevat, voert u waarde(n) in het (de) veld(en) Waarde of formule in. Een waarde kan een van de volgende types zijn:
  6. Configureer de opmaakstijl die u wilt toepassen op de cellen die beantwoorden aan de bovenstaande criteria.
  7. Klik op OK.

Opmerking:

Naambereik definiëren

Een bereik definiëren:

  1. Open het menu Gegevens > Gedefinieerd naambereik.
  2. Klik op Maken en voer de gewenste naam in.
  3. Selecteer of voer de celverwijzing van het bereik in dat u wilt definiëren in het veld Bereik.
  4. Klik op OK.

Beperkingen voor regelnamen:

Beperkingen voor gedefinieerde bereiken:

Diagrammen invoegen

Office ondersteunt 11diagramtypes voor de voorstelling van numerieke gegevens en ter verduidelijking van uw rekenblad.

Om een diagram in te voegen:

  1. selecteer de cellen met gegevens waarvoor u een diagram wilt maken.
  2. Klik op het menu Invoegen > Diagram of klik op het Diagrampictogram in de werkbalk. Hierdoor wordt het diagramopmaakprogramma geopend.
  3. Kies op het tabblad Diagram een diagramtype. Hierin kunt u het gegevensbereik bewerken en beslissen of u de linkse kolom of de bovenste rij als kolomkop wilt gebruiken.
  4. Schakel naar het tabblad Geavanceerd om titel van diagram, van x-as en y-as te bewerken Als u een gecombineerd diagram hebt geselecteerd, kunt u ook de twee diagramtypes in het gecombineerd diagram selecteren.
  5. Bekijk een voorbeeldweergave van het diagram in de rechterzijde van het venster.
  6. Klik op Toepassen.
  7. Als u het diagram opnieuw wilt bewerken, klikt u op het diagram en klikt u vervolgens op Bewerken om het diagramopmaakprogramma te openen.