Rekenbladen bewerken

Met de rekenbladwerkbalk kunt u gegevens in uw rekenbladen bewerken en opmaken. Hieronder vindt u de belangrijkste opmaakopties in de werkbalk voor snelle toegang:

Naast de werkbalk biedt Office ook vele bewerkings- en opmaakopties in de werkbalk. Hieronder vindt u enkele voorname functies.

Onlinegebruikers tonen

Na het openen van een rekenblad ziet u andere gebruikers die hetzelfde rekenblad bekijken of bewerken. Ieder van hen zal worden weergegeven als een accountpictogram naast de titel van het rekenblad in de rechterbovenhoek.

Om de huidige cursorpositie van een gebruiker in een rekenblad weer te geven:

  1. klik op het accountpictogram van een gebruiker in de rechterbovenhoek van het scherm.
  2. U wordt naar de huidige cursorpositie van deze gebruiker geleid met de gebruikersnaam/bijnaam en cursor gemarkeerd in dezelfde kleur.

Kopiëren en plakken

Voor plakken speciaal in een rekenblad:

  1. kopieer de gegevens die u wilt plakken.
  2. Klik op menu Bewerken > Plakken speciaal of rechtsklik op de cel en selecteer Plakken speciaal.
  3. Selecteer Alleen waarden plakken als u de tekst alleen in het oorspronkelijke celbereik wilt plakken. Selecteer Allen opmaak plakken wanneer u alleen de celopmaak wilt plakken.

Opmerking:

Zoeken en vervangen

Om een term te zoeken en te vervangen:

  1. klik op menu Bewerken > Zoeken en vervangen of druk op Ctrl + F.
  2. Typ een term in het zoekveld. Alle instanties van de term lichten op.
  3. Als er meerdere resultaten worden gevonden, kunt u schakelen tussen de vorige en de volgende met behulp van de pijl links en de pijl rechts.
  4. Klik op Meer opties en schakel de volgende twee selectievakjes in om uw zoekresultaten te verfijnen:
  5. Om een term te vervangen klikt u op Meer opties, typt u de nieuwe tekst in het veld Vervangen door en doet u een van de volgende dingen:

Rijen, kolommen en cellen bewerken

Om een rij in te voegen:

  1. selecteer een rij en klik op menu Invoegen > Rij boven of Rij onder. U kunt ook rechtsklikken op de geselecteerde rij en de optie 1 boven invoegen of 1 onder invoegen selecteren.
  2. Om meerdere rijen in te voegen rechtsklikt u op de geselecteerde rij, selecteert u Meerdere rijen invoegen en voert u positie en aantal in.

Om een kolom in te voegen:

  1. Selecteer een kolom en klik op menu Invoegen > Kolom links of Kolom rechts. U kunt ook rechtsklikken op de geselecteerde kolom en de optie 1 links invoegen of 1 rechts invoegen selecteren.
  2. Om meerdere kolommen in te voegen rechtsklikt u op de geselecteerde kolom, selecteert u Meerdere kolommen invoegen en voert u positie en aantal in.

Om rijen of kolommen te vergrendelen/ontgrendelen:

  1. Klik op het menu Weergeven > Vergrendelen.
  2. Selecteer een van de opties om twee rijen of kolommen te vergrendelen. U kunt er ook voor kiezen om Tot huidige rij of Tot huidige kolom te selecteren om rijen of kolommen tot de geselecteerde rij/kolom te vergrendelen.
  3. De gegevens van de vergrendelde rijen of kolommen blijven op dezelfde plek terwijl u door het rekenblad bladert.
  4. Om de vergrendeling van rijen of kolommen ongedaan te maken klikt u op het menu Weergeven > Vergrendelen en selecteert u Rijen ontgrendelen of Kolommen ontgrendelen.

Om rijen of kolommen te tonen/te verbergen:

  1. Selecteer een of meerdere rijen/kolommen.
  2. Klik op menu Weergeven of rechtsklik op de geselecteerde rijen/kolommen en selecteer vervolgens Rijen verbergen of Kolommen verbergen. Er verschijnt een omgekeerde driehoek boven de kop van een verborgen rij of kolom.
  3. Om rijen of kolommen opnieuw te tonen klikt u op het pictogram en de verborgen rijen of kolommen worden opnieuw weergegeven.

Om cellen samen te voegen/te splitsen:

  1. Selecteer de cellen die u wilt samenvoegen.
  2. Klik op menu Opmaak > Cellen samenvoegen > Samenvoegen.
  3. Om de cellen te splitsen selecteert u de cellen en klikt u op menu Opmaak > Cellen samenvoegen > Splitsen.

Opmerking:

Koppelingen en notities invoegen

Om een koppeling toe te voegen:

  1. klik op de cel waarin u de koppeling wilt invoegen.
  2. Klik op menu Invoegen > Koppeling of rechtsklik op de cel en selecteer Koppeling invoegen.
  3. Typ of bewerk in het veld Tekst de weer te geven tekst van de cel waarin de koppeling staat. Laat dit veld leeg wanneer u wilt dat de complete URL wordt weergegeven.
  4. Plak de URL in het veld Koppeling.
  5. Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.

Om een koppeling te verwijderen:

  1. klik op de cel met de URL die u wilt verwijderen.
  2. Rechtsklik op de cel en kies Koppeling verwijderen.

Om een notitie te bewerken:

  1. klik op de cel waarin u een notitie wilt invoegen.
  2. Klik op menu Invoegen > Notitie of rechtsklik op de cel en selecteer Notitie invoegen.
  3. Typ of bewerk uw notitie in het invoerveld.
  4. Beweeg uw muiscursor weg van de cel. Er verschijnt een zwarte driehoek in de rechterbovenhoek van de cel. De notitie zal verschijnen telkens wanneer u uw muiscursor over de cel beweegt.

Om een notitie te verwijderen:

  1. Beweeg uw muiscursor over een cel met een notitie (met een zwarte driehoek in de rechterbovenhoek).
  2. Verwijder de notitie uit het invoerveld.