Documenten bewerken
Office biedt verschillende opties om uw documenten te bewerken. Hieronder vindt u de meest gebruikte opties die beschikbaar zijn in de werkbalk voor snelle toegang:
- een handeling ongedaan maken of opnieuw uitvoeren;
- Lettertype of lettergrootte wijzigen
- Tekst vet of cursief maken, onderlijnen of doorhalen
- Tekst- of achtergrondkleur wijzigen
- Tekst uitlijnen
- een genummerde lijst of een lijst met opsommingstekens maken;
- Insprong vergroten of verkleinen
- Regel- of paragraafafstand aanpassen
- een tabel, koppeling of commentaar invoegen.
Naast de bovenstaande opties biedt Office ook geavanceerde bewerkingstools waarmee u alleen of samen met andere gebruikers aan een document kunt werken. Hieronder vindt u enkele voorname functies.
Onlinegebruikers tonen
Na het openen van een document ziet u andere gebruikers die hetzelfde document bekijken of bewerken. Ieder van hen zal worden weergegeven als een accountpictogram naast de titel van het document in de rechterbovenhoek.
- DSM-gebruikers: kunnen geïdentificeerd worden aan de hand van hun gebruikersnaam/bijnaam en profielfoto.
- Niet-DSM-gebruikers: worden weergegeven als Guest 1, Guest 2 enz.
Om de huidige cursorpositie van een gebruiker in een document weer te geven:
- klik op het accountpictogram van een gebruiker in de rechterbovenhoek van het scherm.
- U wordt naar de huidige cursorpositie van deze gebruiker geleid met de gebruikersnaam/bijnaam en cursor gemarkeerd in dezelfde kleur.
Schakelen tussen werkmodi
Na het openen van een document ziet u een vervolgkeuzelijst van werkingsmodi naast de rechterbovenhoek van het scherm. Een gebruiker met bewerkingsmachtiging kan schakelen tussen de volgende werkingsmodi:
- Bewerken: in bewerkingsmodus worden wijzigingen aan het document rechtstreeks opgeslagen. Dit is de standaardmodus voor een gebruiker met bewerkingsmachtiging.
- Weergeven: in de weergavemodus kunnen er geen wijzigingen aan het document worden gemaakt en worden commentaren niet getoond. Een gebruiker met weergavemachtiging heeft toegang tot een document in deze modus en kan niet schakelen tussen modi.
- Herzien: in herzieningsmodus zullen wijzigingen die werden gemaakt aan het document naast de oorspronkelijke inhoud verschijnen als commentaar. De eigenaar van het document kan later beslissen of ze een voorgestelde herziening aanvaarden of weigeren. Deze modus is handig wanneer u een document van een andere gebruiker reviseert.
Afdrukindeling
Een Office-document wordt standaard weergegeven in een continue pagina zonder pagina-eindes. Wilt u het document in individuele pagina's weergeven, open dan het menu Bekijken menu > Afdrukindeling. Na het overschakelen van de indelingsmodus naar de afdrukindeling kunt u de indelingsgerelateerde inhoud op de volgende manieren aanpassen:
- Open het menu Bestand > Pagina-instelling om de oriëntatie, papiergrootte en marges aan te passen.
- Klik op Invoegen > Koptekst/voetnoot om de koptekst en voetnoot te bewerken. Klik op Opties > Eerste pagina afwijkend om de koptekst en voetnoet van de eerste pagina aan te passen.
Opmerking:
- het weergavegebied van de koptekst en voetnoot varieert naargelang de ingestelde boven- en ondermarges.
- De volgende functies worden niet ondersteund wanneer de koptekst en voetnoet zijn bewerkt:
- Zoomen
- Koptekststijlen aanpassen
- Tabellen, commentaren, grafieken, inhoudsopgaves en vormen invoegen
Koptekst of inhoudopgave toevoegen
Met koptekst kunt u uw creatieve ideeën gemakkelijk in gestructureerde paragrafen gieten en zo uzelf en uw lezers een overzicht bieden van de belangrijkste punten. U kunt uw eigen koptekststijlen aanpassen en een koppeling of inhoudsopgave op basis van de koptekst maken.
Een titelstijl toepassen op tekst:
- selecteer de taak die u wilt bewerken.
- Klik op menu Opmaak > Koptekst.
- Selecteer één van de volgende koptekststijlen:
- Koptekst 1
- Koptekst 2
- Koptekst 3
- Koptekst 4
- Koptekst 5
- Normale tekst
U kunt ook een koptekststijl rechtstreeks van de werkbalk voor bewerken selecteren.
Een koptekststijl wijzigen:
- Klik op menu Opmaak > Koptekst > Alineaopmaakprofielen.
- Selecteer een koptekst.
- Bewerk de koptekststijl via de werkbalk voor bewerken in het venster.
- Bewerk andere kopteksten indien nodig.
- Klik op OK.
Een tekststijl toepassen op een koptekst:
u kunt ook eerst de stijl van de tekst bewerken en vervolgens de nieuwe stijl op een koptekst toepassen. Volg de onderstaande stappen om door te gaan.
- Bewerk de stijl van de tekst die u hebt geselecteerd.
- Selecteer de tekst en klik er met uw rechtermuisknop op.
- Kies of u de nieuwe stijl wilt toepassen op de huidige koptekst of op een andere. Als de huidige koptekst van de geselecteerde tekst bijvoorbeeld Koptekst 2 is, klikt u op Stijl toepassen op koptekst 2 als u de nieuwe stijl wilt bijwerken naar Koptekst 2. Klik anders op Stijl toepassen op andere koptekst en selecteer een andere koptekst.
Een koppeling invoegen in een ander deel van een document:
kruisverwijzingen kunnen in een document worden ingebracht door invoeging van een koppeling naar tekst met een koptekst.
- Voeg een koptekststijl toe aan de tekst waarnaar u wilt koppelen.
- Selecteer de weer te geven tekst (hierna genoemd "tekst weergeven").
- Voer een van de volgende handelingen uit:
- Klik op het menu Invoegen > Koppeling.
- Rechtsklik op de weergegeven tekst en selecteer vervolgens Koppeling.
- Klik op het veld Koppeling en selecteer de tekst waarnaar u wilt koppelen vanaf de koptekstlijst.
- Klik op OK.
Een inhoudsopgave invoegen:
u kunt een inhoudsopgave voor een document invoegen op basis van uw koptekstinstellingen.
- Organiseer uw document met gepaste kopteksten.
- Klik op de positie waar u de inhoudopgave wilt invoegen.
- Klik op het menu Invoegen > Inhoudsopgave.
Het documentcontour bekijken:
Open het menu Bekijken > Omtrek weergeven.
Zoeken en vervangen
Om een term te zoeken en te vervangen:
- Klik op menu Bewerken > Zoeken en vervangen of druk op Ctrl + F.
- Typ een term in het zoekveld. Alle instanties van de term lichten op.
- Als er meerdere resultaten worden gevonden, kunt u schakelen tussen de vorige en de volgende met behulp van de pijl links en de pijl rechts.
- Klik op Meer opties > Identieke hoofdletters/kleine letters om uw zoekopdracht hoofdlettergevoelig te maken.
- Om een term te vervangen klikt u op Meer opties, typt u de nieuwe tekst in het veld Vervangen door en doet u een van de volgende dingen:
- klik op Vervangen om de enige voorkomende term te vervangen.
- klik op Alles vervangen om alle voorkomende termen te vervangen.