Gebruikers beheren

U kunt LDAP-gebruikers en instellingen van accountgegevens en aanmeldingen beheren op pagina Gebruikers beheren.

Gebruiker

Het tabblad Gebruiker biedt opties om gebruikers in de LDAP-map te beheren.

Een gebruiker maken:

  1. Klik op Maken > Gebruiker maken.
  2. Specificeer de volgende informatie voor de LDAP-gebruiker en klik op Volgende:
  3. Selecteer de groepen waartoe de gebruiker behoort op de pagina Lid worden van groepen en klik op Volgende.
  4. Voeg indien nodig meer attributen toe aan de gebruiker op de pagina Meer attributen en klik op Volgende.
  5. Klik op Voltooid om de installatie te voltooien. De unieke naam van de gebruiker (DN) in de LDAP-database is "uid=username,cn=users,Base DN".

Gebruikers importeren:

  1. Klik op Maken > Gebruikers importeren.
  2. Tik naar wens op een van de volgende opties:
  3. Selecteer het scheidingstekentype dat u gebruikte om velden uit de lijst te scheiden uit het vervolgkeuzemenu Scheidingsteken.
  4. Klik op Bladeren om een .txt of .csv-bestand te uploaden.
  5. Bevestig dat de voorbeeldweergave correct is en klik op OK om te importeren.

Opmerking:

Plaats wanneer u een bestand voorbereidt om te importeren elke gebruikersaccount op een aparte rij. Elk stuk informatie moet worden gescheiden door een scheidingsteken in de volgende volgorde (kies tabblad, comma of puntkomma uit de vervolgkeuzemenu Scheidingsteken):

  1. Gebruikersnaam
  2. Wachtwoord
  3. Beschrijving
  4. E-mail
  5. Werknemernummer
  6. Afdeling
  7. Werknemerfunctie
  8. Titel
  9. Werktelefoon
  10. Huistelefoon
  11. Mobiele telefoon
  12. Adres
  13. Geboortedatum (volgens de notatie JJJJ/MM/DD, zoals 2000/1/1)
  14. Groepsnaam

Het formaat van een geïmporteerd bestand moet aan de volgende vereisten voldoen:

Gebruikerseigenschappen bewerken:

  1. Selecteer de gebruiker die u wilt verwijderen in het tabblad Gebruiker en klik op Bewerken.
  2. Bewerk de gebruikerseigenschappen op de overeenkomstige tabbladen.
  3. Klik op OK om de instellingen op te slaan.

Opmerking:

Een gebruiker verwijderen:

  1. Selecteer een gebruiker die u wilt verwijderen in het tabblad Gebruiker en klik op Verwijderen.
  2. Klik opnieuw op Verwijderen in het pop-upbericht om het verwijderen te bevestigen.

Opmerking:

Een gebruiker activeren:

Selecteer een gebruikersaccount die vergrendeld, uitgeschakeld of verlopen is en klik op Activeren om de status op Normaal te zetten.

Opmerking:

Geavanceerd

Het tabblad Geavanceerd biedt opties om geavanceerde gebruikersinstellingen te wijzigen.

Geavanceerde gebruikersinstellingen configureren:

schakel de gewenste selectievakje in:

Opmerking:

Wachtwoordverval inschakelen:

Om de beveiliging van gebruikersaccounts te versterken, schakel het selectievakje Wachtwoordverval inschakelen in stel de onderstaande beleiden voor wachtwoordverval in om regelmatige en periodieke wijzigingen te forceren.

Opmerking:

na het inschakelen van wachtwoordverval zullen alle wachtwoorden ouder dan de gespecificeerde periode vervallen.

Automatisch vergrendelen

Automatisch vergrendelen verbetert de beveiliging van uw Synology NAS door accounts met teveel mislukte aanmeldingspogingen te vergrendelen. Deze functie verlaagt de kans op beveiligingsaanvallen op de accounts.

Automatisch vergrendelen inschakelen:

  1. Schakel het selectievakje Automatisch vergrenden inschakelen in.
  2. Voer een cijfer in voor het aantal mislukte aanmeldingspogingen in het veld Aanmeldingspogingen en een cijfer voor het aantal minuten in het veld Binnen (minuten). Een account wordt vergrendeld wanneer het aantal mislukte aanmeldingspogingen binnen het opgegeven aantal minuten wordt overschreden.
  3. Schakel het selectievakje Verlooptijd van de vergrendeling inschakelen in en voer een cijfer in om een vergrendelde account te ontgrendelen na het opgegeven aantal minuten.
  4. Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.