Cloud Station
Cloud Station is een service voor bestandsdeling waarmee u bestanden kunt synchroniseren tussen een gecentraliseerde DiskStation en meerdere clientcomputers, en mobiele en DiskStation-apparaten. Om een naadloze synchronisatie van uw gegevens tussen deze apparaten te garanderen, moet u een DiskStation kiezen als hostserver. De rest van de gekoppelde computers, mobiele apparaten en DiskStation zullen als clientapparaten fungeren. Om bestanden met clientapparaten te kunnen synchroniseren, moet het pakket Cloud Station op de hostserver worden geïnstalleerd en een clientpakket op elk clientapparaat waarmee u wilt synchroniseren.
Opmerking:
- Een clienttoepassing (Cloud Station voor clientcomputers, beschikbaar op het Downloadcenter van Synology) moet op de clientcomputers worden geïnstalleerd vooraleer bestanden gesynchroniseerd kunnen worden tussen DiskStation en uw lokale computers.
- Cloud Station Client (beschikbaar in Package Center) moet op elk DiskStation-apparaat worden geïnstalleerd dat u wilt koppelen om bestanden te synchroniseren tussen deze host DiskStation en andere DiskStation-clientapparaten. Dit pakket kan naar wens op een of meerdere DiskStation-clientapparaten worden geïnstalleerd.
- De DS cloud-toepassing van Synology is vereist om bestanden te synchroniseren tussen DiskStation en uw mobiele apparaten. U kunt DS cloud gratis downloaden.
Cloud Station inschakelen
Na inschakelen van Cloud Station en de QuickConnect-service worden uw QuickConnect-ID op de pagina Overzicht getoond. De clientcomputers, DiskStation en mobiele apparaten kunnen deze informatie gebruiken om verbindingen te maken.
Opmerking:
-
QuickConnect is een relayservice die u helpt bij het instellen van Cloud Station-synchronisatie zonder daarvoor poort doorsturen-regels voor uw DiskStation. te moeten configureren. Voor gedetailleerde instructies gaat u naar Configuratiescherm > QuickConnect en klikt u vervolgens in de rechterbovenhoek op de knop Help.
-
Voor een betere synchronisatie raden wij u aan om poort doorsturen naar TCP-poort 6690 op uw router en DiskStation in te schakelen. Voor gedetailleerde informatie gaat u naar Configuratiescherm > Routerconfiguratie en klikt u vervolgens in de rechterbovenhoek op de knop Help.
Gebruikersrechten beheren
Klik op Rechten om aan te geven welke gebruikers toegang krijgen tot de Cloud Station-service. U kunt gebruikers de volgende rechten toekennen:
- Bestanden met uw DiskStation synchroniseren
- Cloud Station opstarten vanaf het DSM-hoofdmenu
Om DSM-gebruikers toegang tot de Cloud Station-service te geven:
-
Gebruik het zoekveld in de rechterbovenhoek van Cloud Station om uw gebruikers te zoeken.
- Schakel de selectievakjes van de gebruikers in die u rechten wilt toekennen en klik vervolgens op Opslaan.
- Als uw DiskStation als Windowsdomein of LDAP-client met een directoryservice is verbonden, kunt u de toegangsrechten van domein/LDAP-gebruikers tot Cloud Station-services via Batch-beheer in- of uitschakelen.
Opmerking:
-
Alleen gebruikers die deel uitmaken van de groep administrators kunnen gebruikersrechten beheren.
-
Als de status van een gebruiker is Uitgeschakeld, bent u niet gemachtigd om toegangsrechten tot Cloud Station in te schakelen voor de gebruiker. Om de gebruiker in te schakelen, ga naar Configuratiescherm > Gebruiker.
Delen op Cloud Station beheren
Klik op Delen om de functie delen in Cloud Station voor gedeelde mappen in/uit te schakelen. Als een gedeelde map is ingeschakeld, kunnen gebruikers met lees/schrijfrechten de bestanden in die map synchroniseren.
Om de functie delen in te schakelen:
-
Gebruik het zoekveld in de rechterbovenhoek van Cloud Station om gedeelde mappen te vinden.
-
Schakel de selectievakjes na gedeelde mappen die u wilt inschakelen in en klik vervolgens op Opslaan.
Opmerking:
- Cloud Station is alleen beschikbaar voor lokaal gedeelde mappen in DSM.
- Alleen gebruikers die deel uitmaken van de groep administrators kunnen de functie delen beheren.
- Alleen gebruikers met lees/schrijfrechten voor een gedeelde map kunnen bestanden in de map en van de server synchroniseren. Hebben gebruikers alleen schrijfrechten voor de geselecteerde gedeelde map, dan kunnen ze alleen bestanden van de hostserver naar hun clientapparaten synchroniseren, en worden uitgevoerde wijzigingen aan clientzijde niet teruggesynchroniseerd. Ga naar Configuratiescherm > Gedeelde map om lees-/schrijfrechten van een gedeelde map te configureren.
- Codeer geen gedeelde map die u wilt synchroniseren of waaraan u externe mappen en virtuele schijven wilt koppelen.
- Bij het inschakelen van de gedeelde mapsynchronisatie op Cloud Station worden de ACL- of Unix-bevoegdheidsinstellingen niet toegepast. Met andere woorden, zolang de gebruikte aanmeldingsgegevens van de Cloud Station-client lees/schrijfrechten voor de gedeelde map hebben, worden alle bestanden in de gedeelde map gesynchroniseerd.
- Bestanden groter dan 10 GB worden niet gesynchroniseerd.
Clientverbindingen beheren
Klik op Lijst van clients om een lijst te bekijken van clientcomputers die zijn ingesteld om bestanden met behulp van de Cloud Station-service te synchroniseren met uw DiskStation. U ziet de naam van de clientcomputer, de DSM-gebruikersnaam voor toegang tot de service, het IP-adres, de synchronisatiestatus en de starttijd van bestandssynchronisatie tussen DiskStation en de client.
Ga als volgt te werk om clientverbindingen te beheren:
-
Klik op Vernieuwen om de lijst bij te werken.
-
Kies een client uit de lijst en klik vervolgens op Koppeling verbreken om de verbinding van de client te verbreken.
Opmerking:
-
Ontkoppelde clients moeten eerst hun verbinding met de Cloud Station-service opnieuw configureren voor zij opnieuw bestanden met uw DiskStation kunnen synchroniseren.
-
DSM-gebruikers zonder beheerdersrechten kunnen alleen hun eigen verbindingen beheren.
Cloud Station-bestanden beheren met File Station
De Cloud Station-bestanden worden opgeslagen in de map home/CloudStation of in gedeelde mappen met Cloud Station Sharing (alleen DSM-gebruikers met beheerdersrechten kunnen Cloud Station-bestanden of gedeelde mappen beheren). U kunt Cloud Station-bestanden zoeken en downloaden (of vorige versies) met File Station.
Om Cloud Station-bestanden te beheren:
- Ga naarFile Station en blader vervolgens naar home/CloudStation of gedeelde mappen.
- Rechtsklik op het bestand en selecteer vervolgens Vorige versies doorbladeren. Hier kunt u de vorige versies van het bestand bekijken en downloaden.
Bestanden in versiegeschiedenis beheren
Klik op Versiegeschiedenis om vorige versies van gewijzigde of verwijderde bestanden in uw Cloud Station synchronisatie- en gedeelde mappen te bekijken en te beheren.
Om Cloud Station-bestanden te beheren:
- Selecteer in het tabblad Versiegeschiedenis het bestand waarop u de handeling wilt toepassen.
- Klik op Actie en selecteer een van de volgende opties in het vervolgkeuzemenu:
-
Vorige versies doorbladeren: vorige versies van het geselecteerde bestand bekijken en downloaden.
- Downloaden: dit verwijderde bestand downloaden. Denk eraan dat u alleen bestanden kunt downloaden die eerder zijn verwijderd.
-
Terugzetten: dit verwijderde bestand terugzetten naar de laatst gewijzigde versie.
-
Permanent verwijderen: dit bestand verwijderen uit de versiegeschiedenis. Denk eraan dat het bestand definitief zal worden verwijderd en niet meer kan worden hersteld.
Alle verwijderde bestanden verwijderen:
Om alle bestanden en vorige versies te verwijderen, selecteert u Alles verwijderen in het vervolgkeuzemenu Actie. Denk eraan dat u bestanden die permanent zijn verwijderd niet meer kunt herstellen. Ga voorzichtig te werk.
Instellingen
Cloud Station bewaart historische versies van elk gewijzigd bestand. Telkens wanneer u een bestand wijzigt, wordt een back-upversie gemaakt voor het geval dat u fouten maakt of een oudere versie wenst te herstellen. In het paneel Instellingen kunt u het maximum aantal opgeslagen versies voor elk bestand opgeven. Wilt u meer versies van elk bestand opslaan, dan moet u een groter getal instellen. Als u echter het ruimteverbruik wilt beperken, moet u een kleiner getal instellen.
Om de locatie van de database op te geven:
- Selecteer een volume in het vervolgkeuzemenu Databaselocatie.
- Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan.
Voor geavanceerde gebruikers
Lees het volgende om te begrijpen hoe Cloud Station werkt en u ervan te vergewissen dat uw bestanden en mappen correct zijn synchroniseerd.
Gebruik van de opslagruimte:
Cloud Station bewaart historische versies van elke wijziging van uw Cloud Station-map. Als u dus een verkeerde wijziging opslaat of als het bestand is beschadigd of verwijderd, kunt u altijd nog met enkele klikken een oudere versie van het bestand herstellen. Dit vereist echter minstens een complete kopie van een bepaald bestand als basisversie voor de bestandsgeschiedenis zodat de geselecteerde gedeelde bestanden dubbel zoveel opslagruimte vereisen. Alleen de verschillende gegevens worden bewaard in verschillende historische bestandsversies.
De volgende metagegevens worden gesynchroniseerd:
- UNIX-uitvoeringsmachtigingen.
- Tijdstip laatst gewijzigd.
- Uitgebreide kenmerken Mac.
- Windows ACL.
De volgende metagegevens worden niet gesynchroniseerd:
- UNIX-lees- en schrijfmachtigingen.
Standaardactie voor conflicterende kopie:
Als twee personen gelijktijdig hetzelfde bestand wijzigen, bewaart Cloud Station beide gewijzigde bestanden en wordt de naam van een van de bestanden gewijzigd en de computernaam, conflictdatum/tijd en conflictreden toegevoegd.
Opmerking:
- Alleen gebruikers die deel uitmaken van de groep administrators kunnen bovenstaande instellingen bekijken en wijzigen.
- De instellingen voor het maximum aantal versies worden toegepast bij de eerstvolgende wijziging van een bestand.
Beperkingen van EDS14:
- Cloud Station ondersteunt alleen externe harde schijven of USB-schijven die geformatteerd zijn in EXT4 en groter zijn dan 4GB.
- De synchronisatie van gedeelde mappen wordt niet ondersteund.
- De instellingen van de databaselocatie kunnen niet worden gewijzigd.