Fysieke server

De back-up van fysieke servers vereist de installatie van Synology Active Backup for Business Agent op de fysieke doelservers. U kunt de back-uptaken configureren voor fysieke servers op de DSM. Er zijn drie back-uptypes om uw fysieke servers te beschermen: bare-metal, systeemvolume en aangepaste volumes.

Voor u begint

Let op het volgende:

Opmerking:

Een back-uptaak maken:

na de installatie van de agent op de fysieke server en aansluiting van de fysieke server op de server wordt een back-uptaak van de aangesloten server gemaakt in overeenstemming met het overeenkomende sjabloon. Het maken van meer dan een back-uptaak op elk apparaat wordt ook ondersteund. Een nieuwe taak van een specifiek apparaat maken: Ga naar Fysieke server, start het apparaatweergave, selecteer het doelapparaat en klik vervolgens op Maken om de taak maken-wizard te openen of ga naar Takenlijst > Maken en selecteer het apparaat dat u later in de taak maken-wizard wilt beschermen.

Een of meer back-uptaken bewerken:

Zowel individuele als batch-bewerking van taken worden ondersteund. In tegenstelling tot het back-updoel kunnen de meeste instellingen worden gewijzigd. In batch-bewerken is het niet mogelijk om de taaknaam en doel te wijzigen.

De instellingen worden behouden als standaardinstellingen om te voorkomen dat de instellingen van verschillende taken per ongeluk worden gewijzigd. Schakel het selectievakje van het gedeelte in dat u wilt wijzigen wanneer batch-bewerken is vereist.

Opmerking:

schakelt u het selectievakje uit alvorens op Toepassen te klikken, dan blijft de instelling gelijk voor elke geselecteerde taak.

Een of meer back-uptaken bewerken:

Ga naar Takenlijst om de taak te selecteren en klik vervolgens op Verwijderen. Na bevestiging van de actie wordt de geselecteerde taak verwijderd en worden de gegevens behouden in het geback-upte doel.

Het apparaat moet verbonden blijven met de server, zelfs wanneer er geen taak eraan is toegevoegd. Dit apparaat vindt u in de Apparaatlijst en u kunt op elk moment een taak voor het apparaat maken.

Changed Block Tracking-technolgie (CBT) technology inschakelen:

Om het back-upproces te stroomlijnen wordt Changed Block Tracking (CBT)-technologie standaard gebruikt bij het back-uppen van fysieke servers. Om de correcte werking van CBT te garanderen, controleert u of Microsoft Volume Shadow Copy Service (VSS) op elk beschermd apparaat is ingeschakeld.

De in Active Backup for Business gebruikte CBT-technologie gebruikt VSS voor het maken van snapshots van apparaten en identificeert gewijzigde blokken tussen snapshots. VSS is geïntegreerde technologie van Microsoft en heeft dus geen negatieve invloed op prestaties terwijl Active Backup for Business de CBT-technologie gebruikt. Na de eerste volledige back-up wordt dankzij de CBT-technologie vanaf elk apparaat alleen het gewijzigde blok naar uw NAS overgedragen. Zo worden bandbreedtebronnen bespaard en wordt het back-upproces versneld.

Opmerking:

Om de agent te updaten:

U kunt agent bijwerken door de installatie van een nieuwere installer rechtstreeks op het apparaat. Om de agent extern te updaten, kunnen de administrators de nieuwere agent op meerdere apparaten installeren met de Microsoft Windows Active Directory Domain Services of onder DSM > Active Backup for Business. U kunt de onderstaande instructies volgen om de agent vanaf Active Backup for Business te updaten:

  1. Ga naar Active Backup for Business > Fysieke server.
  2. Selecteer het doelapparaat dat u wilt updaten en klik op Agent updaten.
  1. Download de Active Backup for Business Agent-installer vanaf Download Center en upload de installer naar uw Synology NAS met File Station. Noteer de locatie van de installer.
  2. Meld u aan bij DSM met rootmachtiging op uw computer. Raadpleeg dit artikel voor gedetailleerde instructies.
  3. Voer de onderstaande opdracht uit om de agent op uw doelapparaten te installeren. Bijvoorbeeld, de locatie van de installer is /volume1/Files/Synology Active Backup for Business Agent-2.0.4-0621-x64.msi en Active Backup for Business is geïnstalleerd op volume1. Dan moet de opdracht zijn:
  4. De agent wordt na de instelling met succes geüpdatet.

Fysieke server herstellen

De fysieke serverback-up ondersteunt verschillende manieren om de geback-upte gegevens te herstellen.

Opmerking: